Direct
advies nodig?

Bel de franchisehulplijn 023 - 541 19 27

Of mail

Actueel

Hof: toegezegd bedrijfsresultaat geen garantie!

14 december 2015

Het Hof Arnhem-Leeuwarden heeft in een recent arrest vorderingen van franchisenemer afgewezen omdat een gestelde wanprestatie niet was komen vast te staan.

De zaak:

Het betrof hier een franchiseformule voor autorijscholen. De franchisenemer stelde, na het einde van de franchiseovereenkomst, franchisegever aansprakelijk voor schade uit hoofde van wanprestatie. Die zou gelegen zijn in a) onvoldoende begeleiding en advisering bij de exploitatie, b) het niet behalen van een toegezegd bedrijfsresultaat en c) het niet nakomen van een algemene zorgplicht.

Het Hof oordeelt:

ad a)

Franchisegever heeft wel degelijk voldoende begeleiding geboden en voldoende instructeurs ter beschikking gesteld. Dat de instructeurs niet meer wilden samenwerken vanwege onbehoorlijk gedrag van franchisenemer ligt in diens eigen risicosfeer en levert geen wanprestatie op van franchisegever.

ad b)

Los van de vraag óf franchisegever een soort “garantie” heeft gegeven op een bepaald bedrijfsresultaat overweegt het Hof dat achterblijvende omzet ten opzichte van exploitatiebegrotingen niet automatisch betekent dat sprake is geweest van onzorgvuldig of onrechtmatig handelen van franchisegever. Daarvoor is méér nodig, zoals het verstrekken van onjuiste informatie, maar dat is niet of onvoldoende gesteld door franchisenemer.

ad c)

Het Hof concludeert dat franchisegever onderbouwd heeft aangevoerd welke specifieke diensten zij heeft geleverd aan franchisenemer (specifieke know how, ondersteuning, vakopleidingen, etc.). Omdat franchisenemer dit een en ander onvoldoende gemotiveerd heeft betwist, staan de stellingen van franchisegever ook hier vast en concludeert het Hof dat er geen sprake is van het niet nakomen van een algemene zorgplicht door franchisegever.

Conclusies:

Uit dit arrest blijkt nog eens duidelijk hoe belangrijk het is om voldoende concrete feiten ter onderbouwing van stellingen aan te dragen. Algemene stellingen als “schending zorgplicht” of “ten onrechte toegezegd bedrijfsresultaat niet gehaald” worden verworpen als te weinig concreet, mede gezien de wel concrete verweren van franchisegever. Juridisch komt het altijd aan op het leveren van voldoende feitelijk bewijs voor de juridisch relevante stellingen. Als dat bewijs er niet of onvoldoende is, hebben algemene stellingen weinig zin.

Verder herhaalt het Hof het uitgangspunt dat voor het aannemen van een onrechtmatige daad uit hoofde van ondeugdelijke prognoses nodig is dat (tenminste) wordt aangetoond dat onjuiste informatie is verstrekt. Het enkel niet uitkomen van prognoses is onvoldoende om die prognoses ondeugdelijk te laten zijn. Maar dat is niets nieuws.

Dit arrest levert geen nieuwe inzichten op. Uit het feit dat dit arrest toch is gepubliceerd, zou kunnen worden afgeleid dat franchise in toenemende mate in de belangstelling van de rechterlijke macht staat. Wellicht door de vele publiciteit, de toegenomen belangstelling bij de politiek en het debat over de Nederlandse Franchise Code in wording. Gezien het feit dat er vooralsnog geen formele franchisewetgeving lijkt te komen, is franchise jurisprudentie van groot belang voor de franchisebranche. Ook daarom is het toe te juichen dat zoveel mogelijk franchise gerelateerde rechterlijke uitspraken worden gepubliceerd.

 

 

Geschreven door:

Kees Kan

Kees Kan is advocaat sinds 1995. Zijn grote interesse en passie gaat uit naar franchising en alles wat daarmee samenhangt. Kees heeft de afgelopen 20 jaar franchisegevers, franchisenemers en collectieven/ verenigingen van franchisenemers bijgestaan. Zijn praktijk bestaat vrijwel uitsluitend uit franchise gerelateerde advisering. Hij publiceert regelmatig over franchise en verzorgt franchiseworkshops en –seminars. Kees is initiatiefnemer en oprichter van de website www.franchisehulp.nl.

Gepubliceerd op: 14 december 2015