Franchisehulp

Verplichte overdracht klantenportefeuille geldig?

Het Hof Amsterdam heeft recent beslist dat een verplichte overdracht van klanten bij einde franchiseovereenkomst naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid niet onaanvaardbaar is aangezien er een vergoeding tegenover staat en franchisenemer overigens niet belemmerd wordt in zijn broodwinning.

De zaak:

Franchisenemer zegt zijn franchiseovereenkomst (administratieve dienstverlening) binnen één jaar op. In de daaropvolgende procedure vordert franchisegever een schadevergoeding van franchisenemer omdat deze heeft geweigerd de tijdens de franchiseovereenkomst geworven klanten – tegen betaling van een vergoeding – over te dragen. Franchisenemer was daartoe volgens de franchiseovereenkomst verplicht. Franchisenemer stelt dat de betreffende bepaling naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar is omdat hem daarmee zijn broodwinning wordt ontnomen.

Oordeel van het Hof:

Het Hof stelt franchisenemer in het ongelijk. Zij oordeelt dat er geen sprake is van ontneming van broodwinning nu het franchisenemer ook na het einde van de franchiseovereenkomst vrij staat om andere relaties dan die van franchisegever te benaderen. Bovendien heeft franchisenemer recht op een klantvergoeding voor de (verplicht) over te dragen klanten. Deze vergoeding beloopt 1x de jaaromzet van de betreffende klant dan wel een nader uit te onderhandelen vergoeding. Nu franchisenemer zijn contractuele verplichting tot overdracht van de klanten niet is nagekomen wordt hij veroordeeld tot vergoeding van de daardoor geleden schade.

Conclusie:

Uit dit arrest volgt dat een verplichte overdracht van klanten bij het einde van de franchiseovereenkomst naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid NIET onaanvaardbaar is indien:

Bij een beëindiging van de franchiseovereenkomst is de vraag van wie het klantenbestand is en hoe daarmee om te gaan vaak een twistpunt. Uit dit arrest valt af te leiden dat indien er een redelijke vergoeding wordt afgesproken voor de over te dragen klanten èn het overigens franchisenemer niet onmogelijk wordt gemaakt om zijn werkzaamheden – buiten het relatiebestand van franchisegever – voort te zetten, een verplichte klantoverdracht geldig kan worden afgesproken.

Andersom geredeneerd zou een verplichte klantoverdracht zonder redelijke vergoeding en waarbij franchisenemer onmogelijk wordt gemaakt om in zijn broodwinning (met dezelfde werkzaamheden) te voorzien wel onaanvaardbaar zijn.

Nederlandse Franchise Code (NFC):

In de Nederlandse Franchise Code is opgenomen dat een franchiseovereenkomst bepalingen dient te bevatten over de beëindiging van de franchiseovereenkomst waarbij beschreven dient te zijn hoe de beëindiging voor franchisegever en franchisenemer uitpakt. Daaronder zijn begrepen bepalingen over vergoeding van goodwill en een terugkoopregeling. Zo bezien voldoet de franchiseovereenkomst die hier aan de orde was aan de NFC en werd dit geheel van beëindigingsafspraken door het Hof bekrachtigd.

Mobiele versie afsluiten