Direct
advies nodig?

Bel de franchisehulplijn 023 - 541 19 27

Of mail

Actueel

Afspraak achterwege laten negatieve uitlatingen is bindend

10 september 2014

Op 15 juli jl. heeft de Kortgeding rechter van de Rechtbank Gelderland uitspraak gedaan in een zaak tussen franchisegever Cristal Cleaning (een stomerij keten) en een franchisenemer.
Tussen Cristal Cleaning en de betreffende franchisenemer bestond al langere tijd een geschil over de exploitatie van de vestiging van franchisenemer. De franchisenemer was van mening dat Cristal Cleaning te rooskleurige prognoses had verstrekt over de omzet. Die prognoses kwamen niet uit, waardoor de franchisenemer verlies leed en haar schulden bij Cristal Cleaning steeds verder opliepen. Uiteindelijk hadden partijen een beëindigingsovereenkomst gesloten, waarin was afgesproken dat Cristal Cleaning de vestiging terugkocht en dat de daarna resterende schuld van franchisenemer aan Cristal Cleaning zou worden kwijtgescholden. Partijen hadden in de overeenkomst bovendien geheimhouding over de gemaakte afspraken afgesproken en zich verplicht geen negatieve uitlatingen over elkaar te doen.
Vervolgens heeft de franchisenemer zich toch in diverse (landelijke) media zeer negatief uitgelaten over Cristal Cleaning. Zij had onder andere gezegd dat Cristal Cleaning haar had opgelicht.
Cristal Cleaning vorderde daarom in kort geding dat franchisenemer geen verdere negatieve uitlatingen meer zou doen op straffe van een dwangsom, en dat franchisenemer haar eerdere negatieve uitspraken zou rectificeren.
De franchisenemer verweerde zich door te stellen dat zij niet gebonden zou zijn aan de afspraken tot geheimhouding en het achterwege laten van negatieve uitspraken, omdat de vaststellingsovereenkomst vernietigbaar zou zijn wegens dwaling dan wel bedrog.
De kortgeding rechter wees de vorderingen van Cristal Cleaning echter grotendeels toe. De franchisenemer had namelijk niet daadwerkelijk de beëindigingsovereenkomst vernietigd (want de daarin gemaakte financiële afspraken waren klaarblijkelijk niet ongunstig) maar daarmee alleen gedreigd, en was dus in beginsel gebonden aan de gemaakte afspraken. Bovendien werd geoordeeld da de uitlatingen van de franchisenemer inderdaad niet door de beugel konden en schending van de gemaakte afspraken opleverden. De franchisenemer moest dus haar eerdere uitspraken rectificeren en zich in de toekomst onthouden van het doen van dergelijke negatieve uitlatingen, anders zou zij boetes gaan verbeuren.
Uit deze uitspraak blijkt wederom dat gemaakte afspraken in beginsel dienen te worden nagekomen. Bij het sluiten van een beëindigingsovereenkomst (en overigens ook andere (franchise)overeenkomsten) is het daarom van groot belang dat partijen zich realiseren wat de mogelijke uitwerking en gevolgen van de gemaakte afspraken zullen zijn, omdat zij daar niet zomaar onderuit kunnen, ook al komen die afspraken achteraf eigenlijk heel slecht uit.

Geschreven door:

Kees Kan

Kees Kan is advocaat sinds 1995. Zijn grote interesse en passie gaat uit naar franchising en alles wat daarmee samenhangt. Kees heeft de afgelopen 20 jaar franchisegevers, franchisenemers en collectieven/ verenigingen van franchisenemers bijgestaan. Zijn praktijk bestaat vrijwel uitsluitend uit franchise gerelateerde advisering. Hij publiceert regelmatig over franchise en verzorgt franchiseworkshops en –seminars. Kees is initiatiefnemer en oprichter van de website www.franchisehulp.nl.

Gepubliceerd op: 10 september 2014