Direct
advies nodig?

Bel de franchisehulplijn 023 - 541 19 27

Of mail

Actueel

Beroep franchisegever op overnamebeding afgewezen!

9 februari 2017

De kantonrechter te Amsterdam heeft een vordering tot overname van een (ex) franchisevestiging afgewezen!

In deze al langslepende zaak tussen franchisegever Coffee Company en een ex-franchisenemer was de franchiseovereenkomst van rechtswege geëindigd op de afgesproken einddatum (30 november 2013). Franchisegever wenste de onderneming van franchisenemer na de einddatum voort te zetten en beriep zich daarbij op het voortzettingsbeding / overnamebeding in de franchiseovereenkomst. Dat luidde o.m:

“27.2.
Coffee Company is gerechtigd om bij opzegging van de onderhavige overeenkomst de Coffee Company onderneming zelf voort te zetten op het vestigingspunt waar de Coffee Company-partner werkzaam is geweest. Coffee Company heeft de verplichting om bij opzegging van de onderhavige overeenkomst 60 dagen voor het tijdstip van beëindiging van de onderhavige overeenkomst de Coffee Company-partner op de hoogte stellen van het recht van Coffee Company de Coffee Company-onderneming zelf voort te zetten op hetzelfde vestigingspunt.”

Franchisenemer stelde dat franchisegever niet gerechtigd was tot overname.

De kantonrechter overwoog eerst over de uitleg van de bepaling:

“…de uitleg van bepalingen in een overeenkomst niet alleen kan worden beantwoord op grond van slechts de zuiver taalkundige uitleg van die bepalingen. Het komt aan op de zin die partijen in de gegeven omstandigheden over en weer redelijkerwijs aan deze bepalingen mochten toekennen en op hetgeen zij te dien aanzien redelijkerwijs van elkaar mochten verwachten. Dat geldt in het algemeen en voor de onderhavige overeenkomst is dat niet anders.”

De kantonrechter oordeelt vervolgens:

  • dat de franchiseovereenkomst niet is geëindigd door opzegging maar van rechtswege (door verloop van de contractueel afgesproken termijn zonder dat opzegging heeft plaats gevonden) (taalkundige uitleg),
  • dat gezien het feit dat franchisenemer bij aanvang van de franchiseovereenkomst al in het bezit was van de huurrechten en deze een dusdanige waarde vertegenwoordigt dat het niet logisch is dat zij deze huurrechten bij het einde van de franchiseovereenkomst wilde afstaan (zin die partijen redelijkerwijs aan de bepaling mochten toekennen) en tenslotte
  • dat uit de processtukken en hetgeen partijen ten overstaan van de kantonrechter hebben verklaard blijkt dat een verplichte overgang van de onderneming niet in overeenstemming met de bedoeling van partijen is (hetgeen partijen redelijkerwijs van elkaar mochten verwachten).

De vordering van franchisegever tot voortzetting en overname van de onderneming van franchisenemer wordt vervolgens afgewezen.

Uit het voorgaande blijkt nog maar eens hoe belangrijk het is dat de franchiseovereenkomst voorafgaand aan ondertekening goed wordt bestudeerd zodat voor alle partijen duidelijk is wat wordt afgesproken. Waar een franchisenemer in het bezit is van de locatie (als eigenaar of hoofdhuurder) ligt het niet voor de hand dat deze zou instemmen met een voortzettingsbeding / recht van overname als hier aan de orde. Toch meende Coffee Company aanspraak te kunnen maken op voortzetting van de activiteiten op de locatie. Met meer duidelijkheid vooraf was deze discussie achteraf mogelijk voorkomen.

In deze zaak was het voor franchisenemer “to-be-or-not-to-be“. Bij verlies zou zij immers de onderneming en locatie hebben moeten overdragen en alles kwijt zijn. De procedure zal ongetwijfeld een behoorlijke impact op franchisenemer hebben gehad qua emoties, stress, tijd en geld. Voor franchisegever Coffee Company, met rond de 35 vestigingen in Nederland en onderdeel van miljarden concern (D.E. Masterblenders 1753) ligt dat waarschijnlijk wat “eenvoudiger”.  Een voorbeeld van de kwetsbaarheid van een individuele franchisenemer en de ongelijke verhouding tussen franchisegever – franchisenemer. Het voorlopige eindresultaat is dat beide partijen veel geld en negatieve energie hebben verspild.

De Nederlandse Franchise Code (NFC) beoogt meer evenwicht te brengen in de verhouding franchisegever – franchisenemer door het stellen van redelijke gedragsnormen. De vraag is of een franchisegever die de NFC respecteert een dergelijke procedure zou zijn gestart.

 

 

 

Geschreven door:

Kees Kan

Kees Kan is advocaat sinds 1995. Zijn grote interesse en passie gaat uit naar franchising en alles wat daarmee samenhangt. Kees heeft de afgelopen 20 jaar franchisegevers, franchisenemers en collectieven/ verenigingen van franchisenemers bijgestaan. Zijn praktijk bestaat vrijwel uitsluitend uit franchise gerelateerde advisering. Hij publiceert regelmatig over franchise en verzorgt franchiseworkshops en –seminars. Kees is initiatiefnemer en oprichter van de website www.franchisehulp.nl.

Gepubliceerd op: 9 februari 2017