Direct
advies nodig?

Bel de franchisehulplijn 023 - 541 19 27

Of mail

Actueel

Bewijst eer ge begint!

21 juli 2011

Geen enkele ondernemer zit te wachten op gerechtelijke procedures. Als het al zover komt, is dat veelal omdat de verhoudingen definitief verstoord zijn, om welke reden ook. In vrijwel alle procedures gaat het (uiteindelijk) om geld. Franchisegever eist geld van de franchisenemer of andersom.

Alvorens een rechter een vordering toewijst, zal deze juridisch ‘hard’ moeten zijn gemaakt. Dat ‘hard’ maken is in de praktijk vaak lastiger dan men op het oog denkt. Vrijwel altijd komt het aan op de vraag of er voldoende bewijs is van de relevante stellingen die de vordering moeten dragen:

• Is een fee reductie afgesproken? Bewijst u dat maar!
• Is een verlenging van de franchiseovereenkomst toegezegd? Bewijst u dat maar!
• Zou die vrijgekomen vestiging inderdaad worden aangeboden? Bewijst u dat maar!
• Zijn er (concrete) omzetverwachtingen gewekt? Bewijst u dat maar!
• Was het afwijkende eigen assortiment inderdaad toegestaan? Bewijs dat maar! Bewijst u dat maar!
• Enz. enz.

Hoewel ondernemers vaak een behoorlijke tegenzin hebben om bepaalde zaken vast te leggen, kan dat vroeg of laat toch vergaande consequenties hebben.

Zoals die Domino’s Pizza franchisenemer die een huurverlaging wenste te bewerkstelligen via een huurprijswijzigingsprocedure maar daar niet eens aan toe kwam omdat hij niet kon bewijzen dat hij met verhuurder een van het huurcontract afwijkende bestemming was overeengekomen.
Of zoals de WSI franchisenemer die niet kon bewijzen dat hij een samenwerking was aangegaan met een beoogde partner waardoor allerlei kosten opeens uitsluitend voor zijn rekening kwamen.
Of zoals Lidl, dat een verlieslatende vestiging wilde overdragen aan COOP maar daartoe niet in staat werd gesteld omdat zij bij de rechtbank niet kon bewijzen dat daadwerkelijk sprake was van een ‘bedrijfsoverdracht’ (in plaats van slechts overdracht van een enkele huurovereenkomst).
Enzovoorts, enzovoorts.

Van belang is derhalve dat u als franchisenemer en franchisegever niet alleen de afspraken aan het begin van een samenwerking goed vastlegt in de franchiseovereenkomst c.s. maar dat ook tijdens die samenwerking gedane toezeggingen goed worden gedocumenteerd.

Als een gerechtelijke procedure dan toch onvermijdelijk lijkt, is van groot belang dat voorafgaand goed wordt beoordeeld of de relevante stellingen voldoende overtuigend kunnen worden bewezen. Als daarover onvoldoende zekerheid bestaat kan een gerechtelijke procedure een uiterst onzekere en risicovolle exercitie worden!

Geschreven door:

Kees Kan

Kees Kan is advocaat sinds 1995. Zijn grote interesse en passie gaat uit naar franchising en alles wat daarmee samenhangt. Kees heeft de afgelopen 20 jaar franchisegevers, franchisenemers en collectieven/ verenigingen van franchisenemers bijgestaan. Zijn praktijk bestaat vrijwel uitsluitend uit franchise gerelateerde advisering. Hij publiceert regelmatig over franchise en verzorgt franchiseworkshops en –seminars. Kees is initiatiefnemer en oprichter van de website www.franchisehulp.nl.

Gepubliceerd op: 21 juli 2011