Direct
advies nodig?

Bel de franchisehulplijn 023 - 541 19 27

Of mail

Actueel

C1000 franchisenemer dwingt belevering door Bakkersland af!

22 januari 2013

De Voorzieningenrechter bij de rechtbank Arnhem heeft in een kort geding vonnis van 19 december 2012 leverancier Bakkersland (leverancier van brood en banket) veroordeeld tot hervatting van de belevering van een C1000 franchisenemer inclusief nakoming van gemaakte bonusafspraken.

De C1000 franchisenemer heeft sinds 2001 een leveringsovereenkomst voor onbepaalde tijd (hierna: “Leveringsovereenkomst”) gesloten met bakkerijorganisatie Bakkersland voor de levering van bakkerijproducten voor de C1000 supermarkt van franchisenemer inclusief een bonusafspraak waarbij franchisenemer een bonus van 6% ontvangt over de inkoop bij Bakkersland. Bakkersland heeft met de C1000 supermarktorganisatie een (afzonderlijke) raamovereenkomst (hierna: “Raamovereenkomst”) gesloten terzake van de belevering van diverse C1000 supermarkten waaronder die van franchisenemer.

Op 2 november 2012 bericht Bakkersland aan franchisenemer dat vanwege de overname van de C1000 supermarktorganisatie door de Jumbo supermarktorganisatie, door Jumbo/C1000 is besloten dat Bakkersland franchisenemer niet meer mag beleveren en dat franchisenemer vanaf 12 november 2012 door een andere bakkerijorganisatie (BakeFive Bakkers) zal worden beleverd. Franchisenemer is het daarmee niet eens en vordert in kort geding jegens Bakkersland nakoming van de Leveringsovereenkomst inclusief de bonusafspraken.

Bakkersland stelt ten eerste dat de Leveringsovereenkomst volledig “accessoir” is aan de Raamovereenkomst en dat met het vervallen van de Raamovereenkomst ook de Leveringsovereenkomst automatisch is geëindigd, zonder dat daarvoor een opzegging nodig was. De Voorzieningenrechter verwerpt die stelling nu niet is gebleken – noch uit de franchiseovereenkomst noch uit de Leveringsovereenkomst – dat franchisenemer voor wat betreft de inkoop van brood verplicht is in te kopen bij de bakker met wie de C1000-organisatie een raamovereenkomst heeft gesloten. Evenmin is gebleken dat het voorduren van de Leveringsovereenkomst afhankelijk is gesteld van het bestaan van de Raamovereenkomst. Aldus eindigt de Leveringsovereenkomst niet automatisch door het eindigen van de Raamovereenkomst en is voor het eindigen van de Leveringsovereenkomst wel degelijk een (deugdelijke) opzegging vereist.

Ten tweede stelt Bakkersland dat de Leveringsovereenkomst is geëindigd als gevolg van de opzegging d.d. 2 november 2012 tegen de opzegdatum 12 november 2012. Ook die stelling wordt door de Voorzieningenrechter verworpen. Eerst oordeelt de Voorzieningenrechter dat de leveringsovereenkomst een duurovereenkomst voor onbepaalde tijd is en dat Bakkersland gezien de omstandigheden van het geval – waaronder de beëindiging van de raamovereenkomst tussen Bakkersland en C1000 organisatie – voldoende belang heeft bij opzegging van de Leveringsovereenkomst. Echter een opzegtermijn van slechts tien dagen oordeelt de Voorzieningenrechter in de gegeven omstandigheden als te kort. Bakkersland kan de gevolgen van het einde van de Raamovereenkomst (waar franchisenemer buiten staat) niet zonder meer op franchisenemer afwentelen. Tevens speelt mee dat de voortzetting van de levering aan franchisenemer, Bakkersland niet voor onoverkomenlijke feitelijke problemen stelt. De Voorzieningenrechter oordeelt dan dat “alles tegen elkaar afwegende een opzegging op een termijn van tien dagen van een meer dat tien jaar bestaande overeenkomst met een regeling van aanmerkelijke kortingen, waarvan aannemelijk is dat die voor franchisenemer van wezenlijke betekenis is voor haar bedrijfsvoering gezien de omstandigheden in de supermarktbranche, in de gegeven omstandigheden niet redelijk is”. Voor beëindiging van de overeenkomst dient volgens de Voorzieningenrechter een aanmerkelijk ruimere termijn in acht te worden genomen; hoe lang precies daarover laat de Voorzieningenrechter zich niet uit omdat hij in het kader van het kort geding over onvoldoende informatie beschikt.

De opzegging op een termijn van slechts tien dagen heeft niet het beoogde rechtsgevolg (beëindiging van de overeenkomst) en dus niet tot beëindiging van de Leveringsovereenkomst geleid. Bakkersland dient die Leveringsovereenkomst verder na te komen, de belevering per direct te hervatten en de bonusafspraken na te leven, net zo lang tot de Leveringsovereenkomst met inachtneming van een redelijke opzegtermijn wel zal zijn beëindigd!

Conclusie
De individuele franchisenemer kan zijn leverancier houden aan de bestaande contractuele leveringsovereenkomst. Andersluidende overkoepelende afspraken die de franchisegever heeft gemaakt met een andere leverancier binden franchisenemer niet automatisch. In de franchiseovereenkomst (of anderszins) was hier kennelijk niet overeengekomen dat franchisenemer verplicht was af te nemen bij een door franchisegever aangewezen leverancier voor bakkerijproducten. Wijziging van contractleverancier door franchisegever (voor de belevering van haar franchisenemers) betekende daardoor niet automatisch dat de bestaande Leveringsovereenkomst met Bakkersland eindigde en dat franchisenemer verplicht was om over te stappen naar de nieuwe contractleverancier (BakeFive). De bestaande Leveringsovereenkomst moet worden gerespecteerd. Nu deze voor onbepaalde tijd geldt kan deze uitsluitend (behoudens wanprestatie hetgeen hier niet aan de orde was) tot een einde komen indien deze deugdelijk (dat wil zeggen: tenminste met inachtneming van een redelijke termijn) wordt opgezegd. Een opzegtermijn van tien dagen – vooral ook gezien de langjarige bestaande contractuele verhouding (meer dan 10 jaar) – is niet redelijk en daardoor miste de opzegging effect en duurt de Leveringsovereenkomst intussen nog (voorlopig) voort.

In franchiseverhoudingen bestaan veel overkoepelende afspraken tussen franchisegever en contractleveranciers voor de belevering van de franchisenemers. Meestal is dat (ook) in het belang van de franchisenemers bijvoorbeeld omdat collectief de diensten of producten goedkoper kunnen worden ingekocht en/of de kwaliteit van het geleverde verder kan worden geoptimaliseerd. Indien tijdens de duur van de franchiseovereenkomst door franchisegever van contractleverancier wordt gewisseld mogen de bestaande leveranciersvoorwaarden voor de franchisenemers er per saldo (tenminste) niet op achteruit gaan. Wijziging van contractleveranciers dient altijd in het belang van het collectief van de franchisenemers te zijn. Indien binnen dat collectieve belang belangen van individuele franchisenemers worden geschaad dienen die betreffende individuele franchisenemers te worden gecompenseerd. Deze zaak toont aan dat indien niet of in onvoldoende mate wordt gecompenseerd aanspraak kan worden gemaakt op handhaving van de bestaande contractuele verhoudingen en de naleving daarvan desnoods in rechte kan worden afgedwongen!

Geschreven door:

Kees Kan

Kees Kan is advocaat sinds 1995. Zijn grote interesse en passie gaat uit naar franchising en alles wat daarmee samenhangt. Kees heeft de afgelopen 20 jaar franchisegevers, franchisenemers en collectieven/ verenigingen van franchisenemers bijgestaan. Zijn praktijk bestaat vrijwel uitsluitend uit franchise gerelateerde advisering. Hij publiceert regelmatig over franchise en verzorgt franchiseworkshops en –seminars. Kees is initiatiefnemer en oprichter van de website www.franchisehulp.nl.

Gepubliceerd op: 22 januari 2013