Direct
advies nodig?

Bel de franchisehulplijn 023 - 541 19 27

Of mail

Actueel

De precontractuele fase van de franchiseovereenkomst toegelicht

24 april 2012

 

Voorafgaand aan het sluiten van een franchiseovereenkomst vindt in de meeste gevallen een lang voorbereidingstraject plaats. De franchisegever en franchisenemer moeten allereerst allebei toekomst zien in een vruchtbare samenwerking. Er moet een goede locatie voor de franchisevestiging worden gevonden, de potentiële nieuwe franchisenemer zal vaak een paar dagen meedraaien in een bestaande vestiging, de bank moet een eventuele lening goedkeuren etc. Met dit gehele voorbereidingstraject is vaak veel tijd gemoeid en worden al behoorlijk wat kosten gemaakt. Partijen werken samen naar het einddoel toe: het sluiten van een franchiseovereenkomst. Hierbij hebben  partijen zich op een bepaalde manier al  (gevoelsmatig) aan elkaar verbonden, ondanks het feit dat de franchiseovereenkomst nog niet is ondertekend.

Voor deze fase bestaat binnen de rechtspraktijk een zeker moment van no return. Dit houdt in dat als een partij zich onverwachts op het laatste moment terugtrekt, laatstgenoemde  hiervoor aansprakelijk kan worden gehouden. De onderhandelingsfase moet zich in dat geval wel in een vergevorderd stadium vinden. Een vergevorderd stadium ziet op de situatie waarbij  “het afbreken zelf van de onderhandelingen onder de gegeven omstandigheden in strijd met de goede trouw moet worden geacht, omdat partijen over en weer erop mochten vertrouwen dat enigerlei contract in ieder geval uit de onderhandelingen zou resulteren.” Hierbij kan worden gedacht aan de omstandigheid dat op de dag waarop de franchiseovereenkomst door beide partijen zou worden ondertekend, de franchisegever zich zonder eerdere aankondiging of waarschuwing terugtrekt. Laatstgenoemde kan hierdoor schadeplichtig zijn. Hierbij geldt dat “bij de beoordeling van de schadevergoedingsplicht bij afgebroken onderhandelingen beide partijen vrij zijn de onderhandelingen te onderbreken, tenzij dit op grond van het gerechtvaardigd vertrouwen van de wederpartij in het tot stand komen van de overeenkomst, of in verband met de andere omstandigheden van het geval, onaanvaardbaar zou zijn.” Het gerechtvaardigd vertrouwen betekent weer dat de benadeelde partij ervan uit mocht gaan dat de franchiseovereenkomst tot stand zou komen, bijvoorbeeld door een schriftelijke bevestiging van de franchisegever, alvorens de franchiseovereenkomst is getekend. 

Als inderdaad sprake is van voormelde schadevergoedingsplicht kan eventueel schadevergoeding en gederfde winst worden gevorderd. De schadevergoeding betreft de kosten gemaakt voor bijvoorbeeld het oprichten van een BV, voor het opstellen van een exploitatieprognose en verdere reeds gedane investeringen. De gederfde winst is het positieve contractsbelang. Vaak verstrekt een franchisegever een prognose. In deze prognose worden de omzetten voor de contractsduur voorspeld. Op het moment dat een franchiseovereenkomst toch niet wordt gesloten wordt deze gemiste omzet, en de daarbij inherente winst, beschouwd als gederfde winst. De gederfde winst wordt dan bij de schadevergoeding opgeteld. Het is niet zo dat bovenstaande vergoedingen/gederfde winst ook wordt toegekend als de benadeelde partij het afbreken van de onderhandelingen zelf heeft veroorzaakt. In dat geval zou de benadeelde wanprestatie hebben gepleegd en daar vervolgens voordeel uit kunnen halen. Het afbreken moet dan ook kunnen worden toegerekend aan de opzeggende partij.

Overigens geldt een eventuele schadevergoedingsplicht voor beide partijen. Niet alleen de franchisegever kan aansprakelijk worden gehouden voor de schade, ook een franchisenemer kan niet op het allerlaatste moment de stekker uit de onderhandelingen trekken. Een franchisegever zal reeds voor het sluiten van de franchiseovereenkomst ook kosten hebben gemaakt en hij loopt bij een plotselinge terugtrekking bijvoorbeeld de toekomstige franchisefees mis. Deze fees  zou de franchisegever eventueel kunnen verhalen op de franchisenemer. Het is daarom van belang om te realiseren dat ook voor het tekenen reeds verplichtingen tussen partijen kunnen bestaan.

Geschreven door:

Kees Kan

Kees Kan is advocaat sinds 1995. Zijn grote interesse en passie gaat uit naar franchising en alles wat daarmee samenhangt. Kees heeft de afgelopen 20 jaar franchisegevers, franchisenemers en collectieven/ verenigingen van franchisenemers bijgestaan. Zijn praktijk bestaat vrijwel uitsluitend uit franchise gerelateerde advisering. Hij publiceert regelmatig over franchise en verzorgt franchiseworkshops en –seminars. Kees is initiatiefnemer en oprichter van de website www.franchisehulp.nl.

Gepubliceerd op: 24 april 2012