Direct
advies nodig?

Bel de franchisehulplijn 023 - 541 19 27

Of mail

Dreigende wanprestatie

Dreigende wanprestatie: wat te doen?

Wat kan een franchisenemer doen als de vrees bestaat dat franchisegever zijn verplichtingen op termijn niet zal nakomen? Bijvoorbeeld indien wordt aangekondigd dat een formule van de markt zal worden gehaald of ingrijpend zal worden gewijzigd terwijl de franchiseovereenkomst nog doorloopt en de franchisenemer recht heeft op de (oude) formule? Of wanneer wordt aangekondigd dat een bepaald assortiment niet meer zal worden uitgeleverd, ondersteuning niet meer zal worden geleverd, reclame wordt teruggebracht of franchisefees worden verhoogd, ondanks een doorlopende franchiseovereenkomst?

Uitgangspunt is dat zodra een franchisegever haar verplichtingen niet nakomt, zij door franchisenemer in gebreke moet worden gesteld. Daarbij wordt franchisegever meestal gelijktijdig gesommeerd alsnog binnen een redelijke termijn na te komen. Voldoet franchisegever niet aan de sommatie dan is zij vanaf dat moment in verzuim en schadeplichtig. Franchisenemer kan dan (zo nodig in een procedure) nakoming en schadevergoeding vorderen maar ook haar tegenoverliggende (betalings)verplichtingen opschorten (franchisefees inhouden), verrekenen en soms zelfs de franchiseovereenkomst ontbinden. Dit moet wel zorgvuldig gebeuren omdat een onterechte ontbinding leidt tot schadeplichtigheid van franchisenemer!

Als een franchisenemer echter ziet aankomen dat franchisegever haar verplichtingen op termijn niet zal gaan nakomen, moet deze dan wachten “tot het zover is” of kan al eerder actie worden ondernomen? Met name bij formules die van de markt worden gehaald kan het voor franchisenemers zeer onaantrekkelijk zijn om “de rit uit te zitten” onder de reeds afgeschreven formule. Die wordt immers actief ontmanteld, meestal ten gunste van een andere formule, er wordt niet meer geïnvesteerd terwijl de formule ook bij het grote publiek vaak al heeft afgedaan. De aantrekkingskracht verdwijnt en de exploitatieresultaten duiken naar beneden.

De wet biedt gelukkig de mogelijkheid voor franchisenemers om in zo’n situatie (in plaats van: af te wachten) maatregelen te treffen.

Indien:

  • vast staat dat franchisegever wanprestatie zal gaan plegen of
  • uit een mededeling van franchisegever moet worden afgeleid dat deze wanprestatie gaat plegen of
  • franchisenemer terechte vrees heeft voor wanprestatie van franchisegever en deze – na verzoek van franchisenemer – niet gemotiveerd garandeert dat zij al haar verplichten jegens franchisenemer zal blijven nakomen,

dan mag franchisenemer op voorhand maatregelen treffen en hoeft hij niet te wachten totdat de wanprestatie daadwerkelijk plaats vindt. Franchisenemer mag in die situatie – ook al is er feitelijk nog geen sprake van wanprestatie – dus op voorhand gaan opschorten, inhouden, verrekenen of zelfs ontbinden.

Terecht biedt de wet franchisenemers in die situatie de mogelijkheid pro-actief maatregelen te treffen. Het “uitzitten” van een afgeschreven formule is onaantrekkelijk en gaat bovendien meestal gepaard met een negatieve vermogensontwikkeling. Dat brengt franchisenemer automatisch in een afhankelijke en kwetsbare (onderhandelings)positie tegenover de franchisegever maar ook tegenover derden als bijvoorbeeld de financierende bank. Bovendien is maar zeer de vraag of franchisenemer zijn schade (volledig) vergoed krijgt als achteraf geprocedeerd moet worden over vergoeding van de (voorzienbare) schade. Door actief en tijdig te handelen kan franchisenemer het heft in eigen handen houden!

Schakel bij twijfel of een voortijdige wanprestatie zich voordoet een adviseur in!