Veel gestelde vragen
1. Ik heb een franchiseovereenkomst gesloten voor een exclusief rayon. Mag mijn franchisegever in dat rayon een nieuwe franchisevestiging openen?
Nee, uw franchisegever mag dat niet. Als franchisenemer betaalt u immers franchisevergoedingen aan uw franchisegever voor het exclusieve gebruik van de formule in een nader omschreven gebied (het exclusieve rayon). Als franchisenemer mag u meestal ook niet buiten uw rayon exploiteren. Alleen als in de franchiseovereenkomst uitdrukkelijk is toegestaan dat de franchisegever een franchisevestiging in uw rayon mag openen is dat toegestaan, anders niet. Situaties waarin dat soms is toegestaan in de franchiseovereenkomst zijn bijvoorbeeld omdat het economisch verantwoord is dat een tweede vestiging in het rayon wordt geopend of omdat na overname van een andere (concurrerende) formule het rayon moet worden aangepast.
2. Ik heb voorafgaand aan het sluiten van de franchiseovereenkomst exploitatieprognoses ontvangen van mijn franchisegever. Deze prognoses komen niet uit. Heb ik recht op schadevergoeding?
Dat hangt ervan af. Prognoses zijn geen garantie voor een bepaalde omzet of winst. Indien echter blijkt dat de afgegeven prognoses fouten bevatten dan kunt u aanspraak maken op schadevergoeding op grond van dwaling en misschien ook op grond van onrechtmatige daad. De fouten moet wel door franchisenemer worden bewezen. Dat kan bijvoorbeeld door het raadplegen van openbaar beschikbare informatie (bijvoorbeeld: planologische distributieonderzoeken die vaak zijn gepubliceerd op de gemeentelijke websites) of door deskundigen. Indien niet duidelijk is hoe de prognoses tot stand zijn gekomen kunt u hier ook naar vragen bij uw franchisegever; afhankelijk van de reactie kunt u dan eventueel nader onderzoek doen of een deskundige inschakelen.
3. Mijn franchisegever wil de formule wijzigen. Mag dat zo maar?
In principe mag een franchisegever de formule niet eenzijdig wijzigen. Wel dient onderscheid te worden gemaakt tussen belangrijke en minder belangrijke wijzigingen. Indien de dagelijkse exploitatie ingrijpend moet worden aangepast, kernafspraken worden gewijzigd (bijvoorbeeld: wijziging van franchisefee, rayonexclusiviteit, belangrijke ondersteuning, enz., enz.) of bijvoorbeeld aanzienlijke aanvullende investeringen worden gevraagd van franchisenemers, dan kan dit niet eenzijdig worden opgelegd door de franchisegever. Wijzigingen die meer een aanscherping zijn van de bestaande formule zullen in de regel wel zijn geoorloofd. Soms is ook afgesproken dat bepaalde wijzigingen alleen mogen worden doorgevoerd indien de franchiseraad of de franchisenemersvereniging heeft ingestemd. Soms bepaalt het formulehandboek dat bepaalde (niet-ingrijpende) wijzigingen kunnen worden doorgevoerd. Het is bij wijzigingen belangrijk om altijd de franchiseovereenkomst en het handboek te raadplegen.
4. De resultaten van mijn franchisevestging blijven achter; wat mag ik verwachten van mijn franchisegever?
Indien de resultaten achter blijven mag u van uw franchisegever extra begeleiding en ondersteuning verwachten gericht op het verbeteren van uw exploitatieresultaten. Die extra maatregelen kunnen velerlei zijn, bijvoorbeeld extra reclame of marketingactiviteiten, betalingskorting of langere betaaltermijn, extra personele ondersteuning, extra begeleiding, enz., enz. Belangrijk is dat u bij achterblijvende resultaten uw franchisegever zo spoedig mogelijk (ook schriftelijk!) inlicht en concreet aangeeft wat of welke redelijke maatregelen u verlangt. Franchisegever is dan in de gelegenheid om die gevraagde extra ondersteuning te beoordelen en aan te bieden. Blijft de verzochte extra steun uit dan kunt u uw franchisegever aansprakelijk stellen en eventueel schadevergoeding vorderen.
5. Kan een franchisegever mij houden aan een concurrentiebeding na afloop van de franchiseovereenkomst?
Ja, in principe bent u gehouden aan een concurrentiebeding indien dit is opgenomen in uw franchiseovereenkomst. Dat betekent dat u na het einde van de franchiseovereenkomst binnen een bepaald gebied en gedurende een bepaalde periode geen concurrerende activiteiten mag verrichten. Wilt u hierover duidelijkheid hebben, bijvoorbeeld omdat u misschien anders boetes verschuldigd wordt, dan kunt u overwegen om in een kort geding opschorting of beperking van het concurrentiebeding te vorderen. Indien de franchiseovereenkomst door toedoen van uw franchisegever – verwijtbaar – is geëindigd dan bent u meestal niet gebonden aan het concurrentiebeding. Concurrentiebedingen kunnen in strijd komen met het mededingsrecht en nietig zijn. Concurrentiebedingen die onbeperkt zijn in tijd en geografie zijn meestal nietig. Bedingen die langer duren dan één jaar meestal ook.
6. Mag ik een eigen website hebben met een eigen webwinkel?
In principe mag uw franchisegever u niet verbieden om een eigen website aan te houden. Passieve webverkoop via uw eigen website is altijd toegestaan. Onder passieve webverkoop is begrepen aankopen die gedaan worden doordat klanten de website bezoeken en een bestelling plaatsen ook al bevinden die klanten zich buiten uw rayon. Actieve webverkoop kan contractueel wel verboden worden. Daaronder wordt verstaan dat u klanten actief benadert buiten uw eigen rayon via bijvoorbeeld internetadvertenties.
Franchisenemer mag dus een eigen website en webwinkel aanhouden. Wel mag uw franchisegever kwaliteitseisen stellen aan de website met het oog op het behoud van de uniforme en kwalitatieve uitstraling van de formule.
7. Mag ik mijn goederen of diensten ook via internet verkopen?
Uw franchisegever mag u niet verbieden uw goederen of diensten via internet te verkopen. Het betreft dan zogenaamde “passieve” verkoop waarbij de consument uit eigen beweging uw website bezoekt en bestellingen plaatst.
“Actieve” verkoop, bijvoorbeeld door middel van reclame consumenten uit andere rayons benaderen voor de (internet)verkoop van uw producten, mag wel door uw franchisegever worden beperkt, indien strijdig met de franchiseformule en exclusieve rechten van andere franchisenemers.
8. Indien mijn franchiseovereenkomst eindigt, stopt mijn huurovereenkomst dan ook?
Nee, de huurovereenkomst kent een eigen beëindigingsprocedure en dient afzonderlijk te worden opgezegd. Indien partijen overeenstemming hebben over een beëindiging kan de huurovereenkomst in overleg worden beëindigd. Is er geen overeenstemming dan is toestemming van de rechtbank nodig om de huur te beëindigen. Of die toestemming wordt verleend, hangt van de situatie af. In elk geval eindigt een huurovereenkomst in zo’n geval nooit eerder dan nadat er een vonnis of arrest is gewezen. Indien de huurovereenkomst is gekoppeld aan de franchiseovereenkomst is nog steeds een vonnis (of arrest) nodig om de huurovereenkomst te laten eindigen tenzij er van tevoren toestemming is gevraagd en gekregen van de kantonrechter voor een zogenaamd “afwijkend beding”. In dat laatste geval heeft de Kantonrechter tevoren – nadat hij franchisenemer en verhuurder heeft gehoord – in een vonnis bepaald dat de huurovereenkomst in bepaalde situaties ook zonder rechterlijke tussenkomst kan eindigen. Dat is echter uitzondering op het dwingendrechtelijke huurrecht systeem dat ervan uitgaat dat de huurovereenkomst doorloopt totdat deze door een rechterlijke beslissing is geëindigd.
9. Eindigt mijn franchiseovereenkomst automatisch op de einddatum of moet ik deze altijd opzeggen?
Dat hangt af van wat erin de franchiseovereenkomst staat. Indien er een opzegtermijn is afgesproken dient de franchiseovereenkomst met inachtneming van die termijn te worden opgezegd. Het is verstandig om een opzegging altijd schriftelijk te doen en per aangetekende post en per email te verzenden zodat u zeker weet dat de opzegging tijdig is verzonden en is aangekomen. Bewaar het bewijs van verzending en vraag een emailbevestiging! Hou er ook rekening mee dat indien u opzegt eventuele samenhangende overeenkomsten (bijvoorbeeld: huurovereenomst, leaseovereenkomst, arbeidsovereenkomsten, enz.) ook tijdig worden opgezegd en beëindigd!
10. Is een franchiseraad er voor de belangen van franchisenemers?
In principe niet. Een franchiseraad is een overlegorgaan waarin franchisenemers en franchisegevers bij elkaar komen om te overleggen over tal van onderwerpen die de formule aangaan. Bijvoorbeeld over het assortiment, reclame, logistiek, enz. Dit overlegorgaan is (ook) bedoeld om de formule zo goed mogelijk te laten functioneren, ervaringen uit te wisselen en om draagvlak te creëren voor bepaalde besluitvorming. Meestal heeft de franchisegever het (uiteindelijke) beslisrecht in een franchiseraad tenzij in een reglement bepaalde instemmingsrechten voor de franchiseraad zijn overeengekomen. Een franchiseraad heeft geen rechtspersoonlijkheid en kan dus niet zelfstandig optreden.
Een vereniging van franchisenemers is meestal een beter orgaan om de belangen van franchisenemers te behartigen. In een vereniging zijn alleen de franchisenemers lid en zij vergaderen in beslotenheid terwijl de vereniging ook als rechtspersoon kan optreden. Het bestuur van een franchisenemersvereniging geldt bij grotere franchiseorganisaties vaak als gesprekspartner van de franchisegever over belangrijke zaken die de formule en alle franchisenemers aangaan.