Direct
advies nodig?

Bel de franchisehulplijn 023 - 541 19 27

Of mail

Actueel

Franchisegever onthoudt informatie aan franchisenemer: overeenkomst ontbonden!

20 september 2012

De rechtbank Arnhem heeft onlangs geoordeeld dat franchisegever DierenDokters wanprestatie heeft gepleegd door aan een kandidaat franchisenemer belangrijke informatie te onthouden. De kandidaat franchisenemer heeft vervolgens de (voor)overeenkomst rechtsgeldig ontbonden en DierenDokters is verplicht tot vergoeding van de schade.

(Voor)overeenkomst
Kandidaat franchisenemer (dierenarts van beroep) komt begin 2009 in contact met franchisegever DierenDokters. Partijen bespreken de mogelijkheden om als franchisenemer aan de slag te gaan in een nieuw te vestigen of over te nemen praktijk. Zij sluiten vervolgens een (voor)overeenkomst waarbij de franchisegever de kandidaat franchisenemer zal begeleiden bij de aanvraag voor de financiering en bij het opstellen van een businessplan en een marketingplan. Voor de financiering heeft franchisegever een arrangement gesloten met ABN AMRO Bank. Het opstellen van een businessplan vindt plaats door franchisegever en kandidaat franchisenemer gezamenlijk terwijl hiervan onderdeel uitmaakt een door accountantskantoor BDO opgestelde financiële prognose. Met BDO heeft DierenDokters overkoepelende afspraken gemaakt onder meer over wat BDO voor de franchisenemers kan betekenen.

Informatieverschaffing

In september 2010 treedt de franchisenemer in onderhandelingen over het overnemen van een reeds bestaande vestiging. Inmiddels is gebleken dat het arrangement tussen DierenDokters met ABN AMRO niet meer bestaat en dat de externe financierder van de kandidaat franchisenemer zich heeft teruggetrokken. Op zoek naar nieuwe mogelijkheden verzoekt de kandidaat franchisenemer diverse malen om de aan het (inmiddels opgestelde) business plan onderliggende stukken. Franchisegever weigert deze stukken te verschaffen met de argumenten dat 1) de resultaten daarvan zijn verwerkt in het businessplan (en dat zou volgens franchisever toereikend moeten zijn) en voorts 2) dat de onderliggende stukken bedrijfsgevoelige informatie zouden bevatten van andere DierenDokters klinieken zodat die informatie niet zonder meer ter beschikking kan worden gesteld. DierenDokters heeft wel aangeboden dat de kandidaat franchisenemer (enkele) onderliggende stukken kan komen inzien.

De kandidaat heeft er na enig gesteggel geen vertrouwen meer in en ontbindt – nadat franchisegever in gebreke is gesteld – de (voor)overeenkomst. Partijen vorderen vervolgens over en weer in rechte schadevergoeding van elkaar.

Oordeel rechtbank

Franchisegever heeft als eerste gesteld dat de wanprestatie (het niet verschaffen van informatie) niet aan haar zou zijn toe te rekenen maar hoogstens aan BDO. Volgens franchisegever heeft BDO immers in opdracht van franchisenemer het businessplan opgesteld en dit zou ook blijken uit het feit dat de kandidaat franchisenemer BDO rechtstreeks heeft betaald voor haar dienstverlening. De rechtbank verwerpt dit betoog nu het opstellen van het businessplan op grond van de (voor)overeenkomst een verplichting was van DierenDokters en dit juist niet duidt op een overeenkomst tussen de kandidaat franchisenemer en BDO. Dat rechtstreekse betaling door de kandidaat aan BDO was overeengekomen maakt dat volgens de rechtbank niet anders. Er is geen rechtsverhouding tussen de kandidaat franchisenemer en de accountant op grond waarvan deze verplicht zou zijn om de betreffende informatie te verschaffen; dit was (uitsluitend) een verplichting van DierenDokters.

De rechtbank oordeelt voorts dat DierenDokters op grond van de (voor)overeenkomst verplicht was om niet alleen het businessplan maar ook de onderliggende stukken te verschaffen aan de kandidaat franchisenemer.

Met het enkel laten “inzien” van (een deel van) de onderliggende stukken voldoet franchisegever niet aan voormelde informatieverplichting jegens de kandidaat franchisenemer. Op grond van de (voor)overeenkomst mocht de kandidaat franchisenemer erop vertrouwen de beschikking te krijgen over het businessplan met onderliggende stukken en is het enkel mogen “inzien” onvoldoende. Temeer gezien de gewijzigde omstandigheden omtrent de financiering van de franchise (geen ABN AMRO arrangement meer, terugtrekken financierder).

De rechtbank wijst de vorderingen van DierenDokters af en verklaart voor recht dat de kandidaat franchisenemer de (voor)overeenkomst rechtsgeldig heeft ontbonden met veroordeling van DierenDokters tot vergoeding van een deel van de gevorderde schade.

Conclusie

In het voortraject dient franchisegever zoveel mogelijk informatie te verstrekken teneinde ook de kandidaat franchisenemer in staat te stellen zich een goed beeld te vormen van de haalbaarheid van een franchise. Franchisegevers die zich hebben gecommitteerd aan de Europese Erecode inzake Franchising zijn daartoe ook op grond van die Code verplicht. Overigens is dat niet alleen in het belang van kandidaat franchisenemers maar ook in het belang van franchisegevers zèlf omdat ook een franchisegever normaliter niet gebaat is bij een onhaalbare franchise vestiging (zij het dat soms ook andere afwegingen een rol kunnen spelen zoals bijvoorbeeld doorlopende huur- en exploitatieverplichtingen, verkoopbaarheid van vestigingspunten, etc.). Indien een franchisegever niet bereid is alle beschikbare informatie te verstrekken of openheid te betrachten, moet dat voor een kandidaat franchisenemer een signaal zijn om extra voorzichtigheid te betrachten en vooral door te blijven vragen totdat alle informatie is ontvangen!

Ook interessant is het oordeel van de rechtbank dat er in deze zaak geen rechtsverhouding (overeenkomst van opdracht) tussen de kandidaat franchisenemer en BDO tot stand is gekomen. De rechtbank rekent de overkoepelende afspraken tussen franchisegever en BDO – en de daarmee samenhangende werkzaamheden – toe aan franchisegever, zelfs ondanks het feit dat de kandidaat franchisenemer kennelijk rechtstreeks werd gefactureerd door BDO. Franchisegever kan zich dus niet verschuilen achter de rol van de door haar zelf gecontracteerde accountant.

Tenslotte nog een laatste algemene opmerking over de rol van de accountant in franchiseverhoudingen. In de praktijk komt vaak voor dat een “centrale” accountant wordt aangewezen door de franchisegever om de administratie, jaarrekeningen, etc., te verzorgen van de aangesloten franchisenemers. Vaak wordt als voordeel van een “centrale” accountant genoemd dat daardoor de accountantskosten voor de franchisenemers lager uitvallen of bijvoorbeeld optimale benchmarking kan plaats vinden. Aan een dergelijke “centrale” accountant kunnen – gezien de voorstelbare belangen van de centrale accountant bij het in stand houden van de relatie met franchisegever – echter voor franchisenemer(s) ook nadelen kleven, bijvoorbeeld indien tussen individuele franchisenemer(s) en franchisegever discussies of geschillen ontstaan waarbij (interpretatie van) prognoses of gerealiseerde (financiële) cijfers een rol spelen. Franchisenemers doen er daarom goed aan zich steeds af te (blijven) vragen of zij gebruik willen maken van de diensten van een “centrale” accountant of dat het misschien verstandig is om juist te kiezen voor een accountant die “los” staat van de franchisegever.

em>

Geschreven door:

Kees Kan

Kees Kan is advocaat sinds 1995. Zijn grote interesse en passie gaat uit naar franchising en alles wat daarmee samenhangt. Kees heeft de afgelopen 20 jaar franchisegevers, franchisenemers en collectieven/ verenigingen van franchisenemers bijgestaan. Zijn praktijk bestaat vrijwel uitsluitend uit franchise gerelateerde advisering. Hij publiceert regelmatig over franchise en verzorgt franchiseworkshops en –seminars. Kees is initiatiefnemer en oprichter van de website www.franchisehulp.nl.

Gepubliceerd op: 20 september 2012