Direct
advies nodig?

Bel de franchisehulplijn 023 - 541 19 27

Of mail

Actueel

Franchisenemers niet gehouden aan non-concurrentiebeding!

23 augustus 2016

De Voorzieningenrechter bij de rechtbank Overijssel heeft recent in kort geding een non-concurrentiebeding met onmiddellijke ingang geschorst!

Franchisegever wilde franchisenemers houden aan een overeengekomen non-concurrentie beding na het einde van de franchiseovereenkomsten. Één van de stellingen van franchisenemers was dat er geen know how door de franchisegever was overgedragen en om die reden het beding van non-concurrentie moest worden geschorst.

De Voorzieningenrechter overweegt dat blijkens vaste rechtspraak:

“een non-concurrentiebeding in een franchiseovereenkomst er in de eerste plaats toe [dient] om de franchisegever in staat te stellen zijn know-how aan de franchisenemer over te dragen, en om aan de franchisenemer bijstand bij de toepassing van zijn methoden te kunnen verlenen, zonder daarbij het risico te lopen dat die know-how en die bijstand ten goede kunnen komen aan concurrenten. Ten tweede kan een concurrentiebeding de franchisegever helpen om passende maatregelen te kunnen nemen tot behoud van de identiteit en de reputatie van het door de formule gesymboliseerde franchiseverband.”

Bescherming know-how:

In deze zaak is niet gebleken van concrete, wezenlijke, bepaalde en geheime door franchisegever overgedragen kennis die bescherming verdient door middel van een non-concurrentiebeding. In deze zaak hadden franchisenemers kennelijk hun specialistische kennis zelf opgedaan en niet ontvangen van franchisegever.

Franchisegever heeft zich met het oog op de te beschermen know-how nog beroepen op het formule-Handboek waarin de franchiseformule zou zijn beschreven. Volgens de Voorzieningenrechter blijkt echter uit de enkele verwijzing naar het Handboek nog steeds niet welke concrete en wezenlijk relevante kennis is overgedragen en waarom die specifieke kennis bescherming verdient door middel van een non-concurrentiebeding.

Bescherming identiteit en reputatie franchiseorganisatie:

De Voorzieningenrechter oordeelt dat franchisegever evenmin heeft onderbouwd waaruit de identiteit en reputatie van het franchiseverband bestaat; franchisegever heeft niet of nauwelijks concrete feiten gesteld waaruit de inhoud, aard en herkenbaarheid van de franchiseorganisatie zichtbaar wordt. De Voorzieningenrechter betwijfelt zelfs of überhaupt sprake is van franchiserelatie.

Nu er geen specifieke know-how is overgedragen en evenmin is gebleken van een identiteit of reputatie van een franchiseorganisatie, kan het non-concurrentiebeding geen rechtens te respecteren doel dienen. De Voorzieningenrechter schorst het non-concurrentiebeding per direct. Ex-franchisenemers kunnen aldus voor hun broodwinning werkzaam blijven in dezelfde branche zonder gehinderd te worden door non-concurrentiebedingen!

Geschreven door:

Kees Kan

Kees Kan is advocaat sinds 1995. Zijn grote interesse en passie gaat uit naar franchising en alles wat daarmee samenhangt. Kees heeft de afgelopen 20 jaar franchisegevers, franchisenemers en collectieven/ verenigingen van franchisenemers bijgestaan. Zijn praktijk bestaat vrijwel uitsluitend uit franchise gerelateerde advisering. Hij publiceert regelmatig over franchise en verzorgt franchiseworkshops en –seminars. Kees is initiatiefnemer en oprichter van de website www.franchisehulp.nl.

Gepubliceerd op: 23 augustus 2016