Direct
advies nodig?

Bel de franchisehulplijn 023 - 541 19 27

Of mail

Actueel

Geen onbeperkte beslissingsbevoegdheid van franchisegever bij hard-franchise

23 oktober 2014

 

In een kort geding van 16 oktober jl. wilde een franchisenemer van een hard-franchise formule (Albert Heijn) de franchisegever (Albert Heijn) dwingen mee te werken bij de invoering van een nieuw (en volgens franchisenemer beter) leeftijd controlesysteem. Wat was er nu aan de hand?

 

Een franchisenemer van Albert Heijn die een Albert Heijn supermarkt exploiteert waar hij onder meer alcoholhoudende dranken, tabaksproducten en kansspelloten te koop aanbiedt, wil dat Albert Heijn meewerkt met het implementeren van een nieuw leeftijd controlesysteem. Albert Heijn en franchisenemer zijn een hard-franchise overeengekomen.

 

Onderdeel van de verplichtingen uit de franchiseovereenkomst is dat de franchisenemer een door Albert Heijn gevoerd systeem hanteert om de leeftijd van klanten te controleren die dranken, tabaksproducten en kansspelloten willen kopen. Op grond van de bepalingen van de Tabakswet, de Drank- en Horecawet en de Wet op de kansspelen is het verboden tabaksartikelen, alcoholhoudende dranken en kansspelloten te verkopen aan personen die jonger zijn dan 18 jaar. Voor licht alcoholische dranken lag de leeftijdsgrens tot 1 januari 2014 op 16 jaar. Een verkoper (in deze zaak franchisenemer) maakt zich schuldig aan een strafbaar feit, indien hij zich niet aan de leeftijdsgrens houdt.

 

Om de leeftijden van klanten die leeftijdsgebonden producten willen kopen te controleren hanteert Albert Heijn een systeem waarbij de kassa blokkeert op het moment dat de kassamedewerker een leeftijdsgebonden artikel scant. De kassamedewerker controleert in geval van een kassablokkade of de klant ouder is dan 25 jaar. Als dat niet het geval is, dient de klant zijn/haar legitimatiebewijs te tonen. De kassamedewerker voert dan de geboortedatum van de klant in en de kassa berekent of de klant oud genoeg is om het artikel te kopen.

 

Dit systeem werkt in de praktijk niet naar behoren, onder meer omdat te weinig kassamedewerkers het systeem op de juiste wijze gebruiken. Franchisenemer is van oordeel dat een ander systeem beter werkt en heeft Albert Heijn verzocht of Albert Heijn haar medewerking wil verlenen aan het implementeren van een ander systeem om de leeftijd van klanten te controleren (Ageviewer). Albert Heijn wil haar medewerking aan dit systeem niet verlenen.

 

Naar aanleiding daarvan is de franchisenemer een kort geding tegen Albert Heijn gestart waarbij hij vordert dat Albert Heijn zal mee werken aan de invoering van de Ageviewer In zijn franchisevestiging. Albert Heijn weigert en stelt o.a. dat het door Albert Heijn geselecteerde systeem wel degelijk functioneert maar dat dit beter dient te worden uitgevoerd en voorts dat zij een systeem wil hanteren dat voor alle franchisenemers geldt; niet alleen voor deze betreffende franchisenemer.

 

De Voorzieningenrechter overweegt dat Albert Heijn een zogenaamde “hard” franchiseformule hanteert en dat de samenwerking is gebonden aan strenge regels die vrijwel alle terreinen van de bedrijfsvoering betreffen. Het wel of niet invoeren van de Ageviewer behoort tot de onderwerpen waarover Albert Heijn als franchisegever van de “harde” Albert Heijn formule de bevoegdheid heeft om te beslissen. Het gebruik van die beslissingsbevoegdheid is echter wel aan de regels van de redelijkheid en billijkheid gebonden en onjuist is (in elk geval) het uitgangspunt dat Albert Heijn een onbeperkte vrijheid heeft om te beslissen zoals haar goed dunkt. Die beslissingsbevoegdheid wordt begrensd door de norm of de opstelling van Albert Heijn, alle omstandigheden in aanmerking genomen, zo onredelijk is dat van een redelijke uitvoering van de franchiseovereenkomst niet langer kan worden gesproken.

Van dit laatste is volgens de Voorzieningenrechter echter in deze zaak geen sprake omdat o.a. (i) het niet onbegrijpelijk is dat Albert Heijn deze kwestie uniform / – ketenbreed – wil regelen terwijl er aan het door franchisenemer gewenste systeem kennelijk ook nadelen kleven die vooralsnog niet ongegrond lijken. De franchisenemer wordt derhalve in het ongelijk gesteld.

 

Deze uitspraak laat zien dat weliswaar in geval van “hard” franchise veel onderwerpen binnen de (exclusieve) beslissingsbevoegdheid van de franchisegever vallen maar voorts dat die beslissingsbevoegdheid ook dan niet onbegrensd is. Het komt er steeds op aan dat het besluit (van de franchisegever) in overeenstemming met de redelijkheid en billijkheid is nu de franchiseverhouding – ook in geval van hard franchise – nu eenmaal door de redelijkheid en billijkheid worden beheerst. Hard franchise is dus geen “vrijbrief” voor een franchisegever om onredelijke besluiten te nemen; met redelijke belangen van franchisenemers – contractpartners – zal ook dan door franchisegever rekening behoren te worden gehouden!

 

Geschreven door:

Roy Brands

Roy Brands is sinds 2010 advocaat en adviseert sinds 2013 veelal over franchise en franchise gerelateerde (juridische) onderwerpen. Roy staat met name individuele franchisenemers en collectieven van franchisenemers bij. Hij publiceert geregeld over juridische franchise kwesties en maakt zich hard voor meer evenwicht en gelijkheid tussen franchisegevers en franchisenemers.

Gepubliceerd op: 23 oktober 2014