Direct
advies nodig?

Bel de franchisehulplijn 023 - 541 19 27

Of mail

Actueel

Gerechtshof Leeuwarden: heeft franchisenemer wel of geen beroep op dwaling?

8 juni 2011

Het Gerechtshof te Leeuwarden heeft onlangs geoordeeld dat het enkele feit dat een franchisenemer bij het aangaan van een samenwerkings– dan wel franchiseovereenkomst mogelijkerwijs niet een juiste voorstelling van zaken heeft gehad niet een beroep op dwaling rechtvaardigt, in elk geval niet als het om een uitsluitend toekomstige omstandigheid gaat.

Van dwaling is sprake als een overeenkomst tot stand is gekomen onder invloed van dwaling èn die overeenkomst bij een juiste voorstelling van zaken niet tot stand zou zijn gekomen. Uitzondering is wanneer de dwaling ziet op een uitsluitend toekomstige omstandigheid.

Het Hof oordeelt dat in deze zaak geen sprake is van dwaling. Niet aannemelijk is geworden dat de afgegeven prognoses “van haalbaarheidszin waren ontbloot” waardoor niet of onvoldoende is komen vast te staan dat de prognoses ondeugdelijk tot stand zijn gekomen c.q. dat die prognoses fouten bevatten (waardoor deze van aanvang af nooit haalbaar zouden zijn geweest). Het beroep op dwaling (op grond van bij die afgegeven prognoses achterblijvende omzetten) is daarom afgewezen.

Hetzelfde geldt met betrekking tot de gestelde dwaling ten aanzien van de geprognosticeerde “externe investeringsbehoefte”. Ook hier oordeelt het Hof dat niet of onvoldoende is gebleken dat de door franchisegever berekende investeringsbehoefte (in het kader van een uitbreiding en verplaatsing van het bedrijf van franchisenemer) fouten bevat.

Wil een beroep op dwaling op grond van – bij het aangaan van de franchiseovereenkomst – afgegeven prognoses kans van slagen hebben dan dient te worden bewezen dat die prognoses zelf fouten bevatten. Meestal zal het daarbij gaan om fouten in de omzetprognoses maar ook aan de kosten/investeringskant kunnen prognoses fouten bevatten. Die moeten dan wel worden bewezen en derhalve zullen die prognoses zelf onderwerp van (uitvoerig) onderzoek moeten zijn. Deskundigen kunnen daarbij worden geraadpleegd maar ook openbare bronnen (Branche informatie, gemeentelijke informatie, etc.) bieden veelal een schat aan belangrijke informatie. Kan worden bewezen dat de prognoses fouten bevatten dan maakt een beroep op dwaling – maar vaak ook een beroep op onrechtmatig handelen – kans van slagen.

De enkele omstandigheid dat omzetten achterblijven of de kosten/investeringen hoger uitvallen dan geprognosticeerd is dus onvoldoende voor een beroep op dwaling.

Als franchisenemer dient u bij het sluiten van een franchiseovereenkomst eventueel afgegeven prognoses kritisch te beoordelen; u kunt beter vooraf vragen stellen en/of onderzoek naar de haalbaarheid verrichten of laten verrichten dan achteraf – nadat (vaak: aanzienlijk) verlies is geleden – te moeten trachten uw verlies ongedaan te maken met alle kosten en ricico’s vandien!

Geschreven door:

Kees Kan

Kees Kan is advocaat sinds 1995. Zijn grote interesse en passie gaat uit naar franchising en alles wat daarmee samenhangt. Kees heeft de afgelopen 20 jaar franchisegevers, franchisenemers en collectieven/ verenigingen van franchisenemers bijgestaan. Zijn praktijk bestaat vrijwel uitsluitend uit franchise gerelateerde advisering. Hij publiceert regelmatig over franchise en verzorgt franchiseworkshops en –seminars. Kees is initiatiefnemer en oprichter van de website www.franchisehulp.nl.

Gepubliceerd op: 8 juni 2011