Direct
advies nodig?

Bel de franchisehulplijn 023 - 541 19 27

Of mail

Actueel

Hof den Bosch: franchisenemer let op eigen onderzoeksplicht!

15 mei 2012

Het gerechtshof ‘s-Hertogenbosch heeft op 1 mei 2012 arrest gewezen waarbij een franchisenemer hoofdelijk aansprakelijk is gesteld voor de bemiddeling bij verkoop van een financieel product voor intermediair en franchisegever Assurantiewacht NL.

Assurantiewacht was intermediair voor banken, vermogensbeheerders en verzekeraars voor de verkoop van hypotheken (“Lekker Leven Hypotheken”) en daaraan gerelateerde financiële producten. Franchisenemer had een franchiseovereenkomst gesloten met Assurantiewacht waarbij franchisenemer bepaalde financiele producten toelichtte aan consumenten die eventueel geïnteresseerd waren in de afname van die producten, die dan via Assurantiewacht werden afgewikkeld.

In deze zaak ging het om de bemiddeling en verkoop van o.m. het beleggingsproduct Vastgoed Garant-certificaat en Euro Consultancycertificaat. Deze beleggingsproducten werden in de bijbehorende brochures aangeprijsd met gegarandeerde rendementen en als veilige investering.

Op 6 juni 2006 is franchisegever failliet gegaan.

Nadien is onder meer gebleken dat voormelde beleggingsproducten geen veilige investeringen waren, dat de brochure over die producten misleidende informatie bevatte en dat het malafide aanbiedingen betroffen. De betrokken bestuurder van Assurantiewacht is door de rechtbank Groningen strafrechtelijk veroordeeld in verband met zijn handelwijze inzake (onder andere) de Euroconsultancy en Vastgoed Garant producten. Ook is gebleken dat franchisegever in strijd heeft gehandeld met de destijds geldende Wet Toezicht Effectenverkeer (WTE). De ondersteunende (franchise)werkzaamheden van franchisenemer voor Assurantiewacht zijn zo ook gebleken in strijd met de WTE te zijn geweest.

Een drietal consumenten die schade hebben geleden door de afname van die producten vorderen schadevergoeding van franchisenemer, vermoedelijk ook omdat de franchisegever failliet is en geen verhaal meer biedt.

Franchisenemer verweert zich onder meer met de stelling dat – kort gezegd – hij niet op de hoogte was van de onregelmatigheden bij franchisegever en de betreffende financiele producten, dat ook hij (franchisenemer) slachtoffer is van de malafide praktijken van franchisegever en haar bestuurder en dat franchisenemer niet meer dan “als postbode” (voor franchisegever) heeft gefungeerd bij die bemiddelingsactiviteiten.

Het Hof oordeelt in navolging op de rechtbank dat franchisenemer niet alleen (zelfstandig) in strijd met de WTE heeft gehandeld maar ook dat hem een ernstig gebrek aan onderzoek naar de door hem aangeprezen financiele producten is te verwijten en hij aldus (zelfstandig) heeft gehandeld in strijd met de in het maatschappelijk verkeer betamende zorgvuldigheid.

Tegenover de betreffende consumenten is de franchisenemer dan ook hoofdelijk (naast franchisegever) aansprakelijk voor de volledige schade die zij hebben geleden. Franchisenemer kan daarna eventueel de door hem betaalde schadevergoeding (deels) trachten te verhalen op (mede-)aansprakelijke derden (maar in elk geval franchisegever was inmiddels failliet en biedt dus vermoedelijk geen verhaal meer).

De les uit dit arrest kan worden getrokken dat franchisenemers steeds zelfstandig moeten nagaan of de uit hoofde van de franchiseovereenkomst te verrichten handelingen en werkzaamheden en de franchiseorganisatie en franchisegever overeenkomstig de wet zijn ingericht en daarmee niet strijdig zijn. Franchisenemer kan zich in voorkomende gevallen – ter afwering van schadeclaims van derden – niet (snel) beroepen op “een niet-weten” of een enkele veronderstelling dat “alles goed en conform de wet is geregeld” als deze geen of onvoldoende zelfstandig onderzoek heeft verricht c.q. zich onvoldoende ervan heeft vergewist dat eea in orde is. Weliswaar mag op mededelingen van franchisegever worden afgegaan maar zeker daar waar – zoals in deze zaak – met consumenten en financiele producten wordt gehandeld bestaat een vergaande eigen onderzoeksplicht en verantwoordelijkheid voor franchisenemer en is uiterste zorgvuldigheid geboden. De franchisenemer kan zich dan niet snel tegenover consumenten “verschuilen” achter de franchisegever. Met soms zeer vergaande gevolgen zoals in deze zaak waar franchisegever failliet is en franchsienemer dus nog maar moet zien te trachten of en hoe hij zijn schade terug krijgt!

Geschreven door:

Kees Kan

Kees Kan is advocaat sinds 1995. Zijn grote interesse en passie gaat uit naar franchising en alles wat daarmee samenhangt. Kees heeft de afgelopen 20 jaar franchisegevers, franchisenemers en collectieven/ verenigingen van franchisenemers bijgestaan. Zijn praktijk bestaat vrijwel uitsluitend uit franchise gerelateerde advisering. Hij publiceert regelmatig over franchise en verzorgt franchiseworkshops en –seminars. Kees is initiatiefnemer en oprichter van de website www.franchisehulp.nl.

Gepubliceerd op: 15 mei 2012