Direct
advies nodig?

Bel de franchisehulplijn 023 - 541 19 27

Of mail

Actueel

Hoge Raad: Niet verstrekken exploitatiebegroting grond voor ontbinding

3 januari 2012

De Hoge Raad heeft onlangs een arrest van het hof bekrachtigt. In dit arrest had het hof geoordeeld dat het niet verstrekken van een exploitatiebegroting, terwijl deze onderdeel uitmaakt van de franchiseovereenkomst, een buitengerechtelijk beroep op ontbinding rechtvaardigt.

Situatie

Franchisegever en franchisenemer hebben op 7 april 2006 een franchiseovereenkomst met elkaar gesloten voor een periode van vijf jaar. Ruim één maand na het sluiten van de franchiseovereenkomst deelt franchisenemer aan de franchisegever mee dat zij heeft besloten per direct de franchiseovereenkomst te ontbinden. Reden hiervoor is dat de franchisenemer niet had verwacht om al na één maand een schuld te hebben bij de franchisegever. Laatstgenoemde geeft aan de ontbinding niet te aanvaarden en eist nakoming.

Procesverloop

Rechtbank

In augustus 2006 stapt de franchisegever naar de rechtbank om nakoming van de franchiseovereenkomst te vorderen. Franchisenemer stelt in zijn verweer dat hij nooit de exploitatiebegroting van de franchisegever heeft ontvangen en daarnaast dat deze in zijn begeleiding is tekortgeschoten. Hierop zou de franchisenemer de franchiseovereenkomst hebben ontbonden. De rechter bekijkt hierop wat is afgesproken in de franchiseovereenkomst, waarin in dit geval specifiek wordt vermeld dat de exploitatiebegroting onderdeel uitmaakt van de franchiseovereenkomst. De rechtbank oordeelt vervolgens dat de franchiseovereenkomst niet rechtsgeldig is ontbonden omdat de franchisenemer de franchisegever niet in gebreke heeft gesteld. De rechtbank oordeelt dat de franchisenemer de franchisegever o.a. de franchisefee dient terug te betalen.

Hof Den Haag

De franchisenemer gaat in hoger beroep bij het hof Den Haag. Het hof leidt uit de garantie voor verstrekken van een deugdelijke exploitatiebegroting een verplichting voor de franchisegever af, om de ‘onervaren franchisenemer’ te behoeden voor eventuele misstappen. Volgens het hof kan de exploitatiebegroting gezien worden als de financiële basis voor het opzetten van de franchise. Vanwege het uitblijven van deze informatie is de franchisenemer noodzakelijke financiële voorlichting onthouden. De franchisegever zou de franchisenemer eerder in een ‘avontuur’ hebben gestort dan hem een kans te geven een goede start te maken met zijn franchise.

In de franchiseovereenkomst is verder bepaald dat  ‘onvolledigheid van de in de vorige leden verstrekte gegevens worden geacht een toerekenbare tekortkoming in de nakoming door de franchisegever op te leveren. Een vordering in deze zaak, ingesteld door de franchisenemer, vervalt indien deze niet binnen drie maanden na aanvang van deze overeenkomst wordt opgesteld.’ Het hof trekt hieruit de conclusie dat ‘een redelijke toepassing van de vervaltermijn [van drie maanden] meebrengt dat de buitengerechtelijke ontbinding van de franchiseovereenkomst nog tijdig is verricht’ door de franchisenemer. Het tijdig ontvangen van de ontbindingsverklaring wordt door de franchisegever niet betwist.

Het feit dat de franchisenemer de franchisegever niet eerst in gebreke heeft gesteld was volgens het hof niet relevant. Door het sluiten van de franchiseovereenkomst had de franchisegever zich namelijk verplicht om, voordat er werd getekend, een deugdelijke exploitatiebegroting te verstrekken. Nu dit niet was gebeurd was sprake van een toerekenbare tekortkoming in de nakoming van de franchiseovereenkomst. Daarom was het de franchisenemer toegestaan de franchiseovereenkomst direct buitengerechtelijk te ontbinden, aldus het hof.

Advies voor franchisenemer

Van belang is dat de franchisegever eerst in gebreke moet worden gesteld voordat de buitengerechtelijke ontbinding wordt ingeroepen. In de ingebrekestelling kan dan bijvoorbeeld een termijn worden vermeld van één à twee weken, afhankelijk van de grootte van het gebrek. Op deze manier krijgt de franchisegever de kans de gebreken te herstellen. Als voor het verstrijken van de termijn de tekortkomingen nog niet zijn hersteld dan kan eventueel de buitengerechtelijke ontbinding worden ingeroepen. In deze zaak kon de ontbinding wel direct worden ingeroepen omdat sprake was van een uitzondering nu de exploitatiebegroting integraal onderdeel uitmaakte van de franchiseovereenkomst. Een franchisegever is niet verplicht om een exploitatiebegroting te verstrekken. Mocht hij dit wel doen, dan is hij gehouden om te zorgen voor een exploitatiebegroting die is gebaseerd op deugdelijke uitgangspunten en een zorgvuldig markt – en vestigingsplaatsonderzoek. 

Van belang blijft dat, net als in deze zaak, bij het constateren van tekortkomingen in de nakoming van de franchiseovereenkomst zo snel mogelijk wordt gehandeld. Op deze manier kan een franchisenemer zijn (financiële) schade beperken!   

 

 

Geschreven door:

Kees Kan

Kees Kan is advocaat sinds 1995. Zijn grote interesse en passie gaat uit naar franchising en alles wat daarmee samenhangt. Kees heeft de afgelopen 20 jaar franchisegevers, franchisenemers en collectieven/ verenigingen van franchisenemers bijgestaan. Zijn praktijk bestaat vrijwel uitsluitend uit franchise gerelateerde advisering. Hij publiceert regelmatig over franchise en verzorgt franchiseworkshops en –seminars. Kees is initiatiefnemer en oprichter van de website www.franchisehulp.nl.

Gepubliceerd op: 3 januari 2012