Direct
advies nodig?

Bel de franchisehulplijn 023 - 541 19 27

Of mail

Actueel

Internationaal arbitraal beding Subway nietig, Nederlandse rechter bevoegd!

31 juli 2014

Het gerechtshof Amsterdam heeft onlangs geoordeeld dat het door Subway gehanteerde internationaal arbitraal beding nietig is en dat de nederlandse rechter bevoegd is kennis te nemen van een geschil tussen een ex-franchisenemer en Subway.

Arbitraal beding

In de door Subway gehanteerde franchiseovereenkomst (inclusief algemene voorwaarden van Subway) is onder meer bepaald dat:

– het recht van Liechtenstein van toepassing is op de franchiseovereenkomst;
– elk geschil zal worden behandeld door arbitrage;
– de zittingsplaats voor arbitrage New York (VS) is.

Een ex-Subway franchisenemer die Subway aansprakelijk stelde, ving bot bij de rechtbank Amsterdam omdat de rechtbank zich niet bevoegd verklaarde te oordelen over het geschil. De rechtbank overwoog dat het geschil in een arbitrageprocedure in New York moest worden behandeld en verwees daarbij naar het arbitragebeding. Aldus kwam de ex-Subway franchisenemer niet toe aan een inhoudelijke behandeling van zijn vordering.

In hoger beroep vernietigde het Gerechtshof echter het vonnis van de rechtbank.

Arbitraal beding vormt een onevenredige benadeling van franchisenemer(s)

Het Hof overwoog in duidelijke bewoordingen dat het arbitraal beding een onevenredige benadeling (voor de ex-franchisenemer) inhoudt en daarom ongeldig is.
Het Hof betrekt de volgende omstandigheden in haar oordeel:

– franchisenemer is als startende kleine ondernemer de economisch (veel) zwakkere partij ten opzichte van multinational Subway;
– de financiële middelen, de deskundigheid en economische kracht en macht van Subway gaan die van franchisenemer verre te boven;
– franchisenemer zou voor de behandeling van zijn vordering naar New York moeten reizen om zijn zaak te kunnen verdedigen, hetgeen een aanzienlijke belasting vormt in termen van geld, tijd en energie en in strijd komt met artikel 6 van het Europese Verdrag voor de rechten van de Mens (recht op een eerlijk proces);
– gezien het feit dat franchisenemer zijn Subway restaurant exploiteerde in Nederland en Subway een in Nederland gevestigde vennootschap is, is er ook geen toereikende rechtvaardiging voor een behandeling van het geschil in New York;
– dat in New York moet worden geprocedeerd is louter in het voordeel van Subway;
– ook de omstandigheid dat de arbitrage in de Engelse taal moet worden gevoerd is in het nadeel van de franchisenemer.

Het Hof vernietigt het bestreden vonnis en verklaart de Nederlandse rechter alsnog bevoegd tot kennisname van het geschil. Aldus kan de vordering van de ex-franchisenemer alsnog in Nederland inhoudelijk worden behandeld.

Rechtvaardige uitkomst

Een rechtvaardige uitkomst omdat het door Subway gehanteerde arbitraal beding voor de meeste franchisenemers een procedure onbetaalbaar en onmogelijk maakte met als feitelijk resultaat dat zij daarmee op voorhand van elke rechtsgang waren afgesneden. Voor Subway wellicht zeer effectief maar in strijd met de grondbeginselen in onze rechtstaat waaronder het recht op een eerlijk proces. Gelukkig is aan die onrechtvaardige en onwenselijke situatie met dit arrest een einde gekomen!

Geschreven door:

Kees Kan

Kees Kan is advocaat sinds 1995. Zijn grote interesse en passie gaat uit naar franchising en alles wat daarmee samenhangt. Kees heeft de afgelopen 20 jaar franchisegevers, franchisenemers en collectieven/ verenigingen van franchisenemers bijgestaan. Zijn praktijk bestaat vrijwel uitsluitend uit franchise gerelateerde advisering. Hij publiceert regelmatig over franchise en verzorgt franchiseworkshops en –seminars. Kees is initiatiefnemer en oprichter van de website www.franchisehulp.nl.

Gepubliceerd op: 31 juli 2014