Direct
advies nodig?

Bel de franchisehulplijn 023 - 541 19 27

Of mail

Actueel

mondelinge onjuiste mededeling: franchisegever schadeplichtig!

7 november 2013

Op 23 oktober 2013 heeft de rechtbank ‘s-Gravenhage geoordeeld dat een franchisegever onrechtmatig heeft gehandeld indien zij voorafgaand aan het sluiten van de franchiseovereenkomst zich te optimistisch (mondeling) heeft uitgelaten over te behalen resultaten.

De zaak
Franchisegever exploiteert de bemiddelingsformule “40plusRelatie” waarbij een formule in franchise wordt gegeven aan franchisenemers. De formule houdt in dat ten behoeve van opdrachtgevers tegen vergoeding wordt bemiddeld in het vinden van een levenspartner voor 40plussers.

Franchisegever en franchisenemer sluiten een franchiseovereenkomst waarbij franchisegever voorafgaand aan het sluiten van een franchiseovereenkomst zou hebben medegedeeld dat “met een normale inspanning vier nieuwe inschrijvingen [lees: klanten] per maand reëel zou zijn” en dat dit zou kunnen uitgroeien naar acht inschrijvingen per maand. Na het eerste jaar franchisenemerschap zijn er niet meer dan 16 nieuwe inschrijvingen gerealiseerd door franchisenemer. Franchisenemer ontbindt de franchiseovereenkomst op grond van wanprestatie en/of onrechtmatige daad en vordert schadevergoeding.

Erecode

Franchisenemer baseert de wanprestatie onder meer op de stelling dat franchisegever de Europese Erecode inzake Franchising heeft geschonden doordat franchisegever op grond van die Code verplicht was om franchisenemer te voorzien van financiële ramingen c.q. prognoses indien beschikbaar. De rechtbank wijst deze grondslag echter af nu “gesteld noch gebleken is dat dergelijke ramingen of prognoses ten tijde van het voeren van gesprekken over het sluiten van de franchiseovereenkomst beschikbaar waren”. interessant is dat de Code wel van toepassing is geoordeeld op de franchiseovereenkomst en dat een franchisenemer zich daarop jegens franchisegever kan beroepen c.q. rechten kan ontlenen tot het verschaffen van (onder meer) ramingen c.q. prognoses indien aanwezig. Worden deze dan niet verschaft dan is sprake van een toerekenbare tekortkoming van de franchisegever en kan deze op die grond schadeplichtig worden jegens franchisenemer.

Vervolgens behandelt de rechtbank de vraag of franchisegever onrechtmatig heeft gehandeld door aan franchisenemer voorafgaand aan het sluiten van de franchiseovereenkomst een onjuiste, misleidende prognose omtrent de haalbare omzet te geven (zijnde de mededeling dat “met een normale inspanning vier nieuwe inschrijvingen [lees: klanten] per maand reëel zou zijn”).

Geen beroep voor franchisegever op uitsluiting aansprakelijkheid

Allereerst verwerpt de rechtbank het beroep van franchisegever op een exoneratiebeding luidende: “Franchisegever is nimmer schadeplichtig jegens franchisenemer, ongeacht de reden van beëindiging”. De rechtbank oordeelt dat die bepaling niet ziet op onzorgvuldig / onrechtmatig handelen in de pre-contractuele fase (de fase voorafgaand aan het sluiten van de franchiseovereenkomst). Het verschaffen van onjuiste, misleidende prognoses betreft juist wel een handelen in de pre-contractuele fase, dus het beroep van franchisegever op het exoneratiebeding gaat niet op. Ten overvloede merkt de rechtbank dan nog op dat zij niet toekomt aan de beoordeling of het exoneratiebeding niet ook buiten toepassing dient te blijven omdat het een onredelijk bezwarend beding is en/of in strijd met de redelijkheid en billijkheid.

Onjuiste mondelinge mededeling

Vervolgens oordeelt de rechtbank dat indien komt vast te staan dat franchisegever voorafgaand aan het sluiten van de franchiseovereenkomst heeft medegedeeld dat “met een normale inspanning vier nieuwe inschrijvingen [lees: klanten] per maand reëel zou zijn”, moet worden aangenomen dat franchisegever te optimistische prognoses / informatie heeft veerschaft en aldus onrechtmatig jegens franchisenemer heeft gehandeld. Van belang daarbij is nog dat de rechtbank ook heeft afgeleid uit de processtukken dat géén van de franchisenemers / consulenten in 2011 het gemiddelde van vier nieuwe inschrijvingen per maand heeft gehaald. Franchisenemer krijgt bewijsopdracht met betrekking tot de gedane mededeling (“vier nieuwe inschrijvingen per maand”); slaagt hij in het bewijs dan is franchisegever dus schadeplichtig.

Conclusie

Voor franchisenemers is ook interessant aan deze uitspraak dat een franchisegever aansprakelijk en schadeplichtig is indien hij te optimistische mondelinge mededelingen doet aan een aspirant franchisenemer voorafgaand aan het sluiten van de franchiseovereenkomst. De jurisprudentie over te optimistische / ondeugdelijke prognoses gaat meestal over schriftelijke prognoses, exploitatiemodellen, etc., etc.. Deze prognoses zijn dan vaak in meer of minder omvangrijke schriftelijke stukken afgegeven. In deze zaak is geoordeeld dat ook een enkele mondelinge – onjuist gebleken – mededeling over te verwachten omzet een franchisegever schadeplichtig maken. Dat is natuurlijk volkomen terecht omdat elke misleidende mededeling in de pre-contractuele fase een verkeerd beeld schept c.q. te optimistische verwachtingen wekt op grond waarvan een franchisenemer (mede) besluit om in te stappen en veelal vaak vergaande financiële verplichtingen aangaat en als eerste het risico draagt als het mis gaat!

In de praktijk is het misschien niet altijd eenvoudig om het noodzakelijke bewijs direct te leveren van gedane mededelingen en zal zo nodig bewijslevering door getuigenverhoren uitkomst kunnen bieden.

Geschreven door:

Kees Kan

Kees Kan is advocaat sinds 1995. Zijn grote interesse en passie gaat uit naar franchising en alles wat daarmee samenhangt. Kees heeft de afgelopen 20 jaar franchisegevers, franchisenemers en collectieven/ verenigingen van franchisenemers bijgestaan. Zijn praktijk bestaat vrijwel uitsluitend uit franchise gerelateerde advisering. Hij publiceert regelmatig over franchise en verzorgt franchiseworkshops en –seminars. Kees is initiatiefnemer en oprichter van de website www.franchisehulp.nl.

Gepubliceerd op: 7 november 2013