Actueel
Nietig afnamebeding geen invloed op huurovereenkomst
10 juli 2012
Het Gerechtshof te Arnhem heeft onlangs geoordeeld dat een exclusief afnamebeding dat wordt vernietigd omdat het in strijd is met de Mededingingswet, geen effect heeft op een huur c.q. franchiseovereenkomst. In dit geval ging het om oliemaatschappij BP die een contract had gesloten met een exploitant van twee tankstations.
BP Nederland heeft in 1989 een huurovereenkomst gesloten met een exploitant van twee BP tankstations. In de huurovereenkomst staat opgenomen dat de exploitant exclusief gehouden is om benzine van BP af te nemen. De exploitant van de benzinestations kon zich niet in het exclusieve afnamebeding vinden en heeft om vernietiging van het afnamebeding in de huurovereenkomst gevraagd aan de rechter en, toen de rechtbank dit afwees, vervolgens aan het Gerechtshof te Arnhem.
Het Gerechtshof bepaalt dat het exclusieve afnamebeding in strijd is met de Mededingingswet omdat het de mededinging oftewel concurrentie op de Nederlandse markt kan verhinderen, beperken of vervalsen. Het Gerechtshof oordeelt dat, doordat BP 11 à 12% van de Nederlandse benzinemarkt bedient, er sprake is van een merkbare beperking van de concurrentie. Daarbij komt dat de overeenkomst een looptijd heeft van 20 jaar. BP verweert zich nog door te stellen dat het exclusieve afnamebeding onder een uitzonderingsbepaling valt omdat het exclusieve afnamebeding bevordering van de technische of economische vooruitgang biedt en dat dit ten goede komt van de eindgebruikers. Het Gerechtshof wijst dit echter af omdat BP niet aantoont op welke verbetering van de distributie of welke bevordering van de technische vooruitgang wordt gedoeld en op welke wijze dit ten goede komt aan de eindgebruikers.
Met het vernietigen van het exclusieve afnamebeding stelt BP dat de gehele exploitatieovereenkomst c.q. huurovereenkomst dient te worden vernietigd omdat de exploitatieovereenkomst ‘onverbrekelijk in verband staat met (het nietige deel van) de huurovereenkomsten’. Het Gerechtshof oordeelt echter dat dit niet zo is omdat de exploitant dan al haar contractuele rechten teniet zou doen en dat een dergelijk oordeel teniet zou doen aan bestrijding van ongeoorloofde concurrentiebeperkende overeenkomsten. Volgens het Gerechthof zou dit er immers in de praktijk toe leiden dat huurders/exploitanten niet snel een beroep zullen doen op de nietigheid van een exclusieve afnameverplichting uit een exploitatieovereenkomst omdat huurders/exploitanten daarmee hun verdere rechtspositie volledig zouden ondergraven. Het Gerechtshof kent de exploitant van de benzinestations uiteindelijk schadevergoeding toe.
Uit deze uitspraak blijkt dat exclusieve afnamebedingen nietig kunnen zijn indien ze in strijd zijn met het (Europese) Mededingingsrecht. Is bovendien sprake van nietigheid dan is een exploitant/ franchisenemer niet gebonden aan een betreffend exclusief beding, zonder dat het voor het overige afbreuk doet aan zijn rechtspositie. Daarenboven heeft een exploitant/franchisenemer in sommige gevallen recht op schadevergoeding. Deze uitspraak versterkt de positie van de franchisenemer omdat de franchisegever niet zomaar exclusieve afnamebedingen kan afdwingen voor een langere periode. Daarbij geldt echter wel dat er tal van uitzonderingen en vrijstellingen zijn. Twijfelt u als franchisenemer aan het afnamebeding dat u hebt gesloten met uw franchisegever, neem dan contact op met een expert en laat uw overeenkomst beoordelen!
