Direct
advies nodig?

Bel de franchisehulplijn 023 - 541 19 27

Of mail

Actueel

Omzetbelasting over te laat betaalde huursubsidie van de franchisegever?

18 september 2014

De rechtbank Noord-Nederland, locatie Groningen, heeft onlangs uitspraak gedaan in een belastingzaak gerelateerd aan franchise.

Franchisenemer (eiser) is sinds de jaren negentig franchisenemer en had meerdere vestigingen. In 1997 neemt de franchisenemer in overleg met de franchisegever nog twee andere reeds bestaande vestigingen over. In het kader van die overname spreken franchisenemer en franchisegever het volgende af: Als het jaarlijkse bedrijfsresultaat minder bedraagt dan de grens van € 36.000,- dan zal de franchisegever, in de vorm van een ‘huursubsidie’, het missende bedrag aanvullen totdat de grens van € 36.000,- is bereikt. De franchisenemer wordt daarmee feitelijk een jaarlijks bedrijfsresultaat gegarandeerd van minstens € 36.000,-.

Van 1998 tot en met 2001 wordt deze afspraak door de franchisegever nagekomen. Van 2002 tot en met 2005 is het bedrijfsresultaat nog steeds lager dan het besproken bedrag. De franchisegever betaalt echter niet de huursubsidie in deze periode.

Hierop start de franchisenemer een gerechtelijke procedure waarin hij betaling van de verschuldigde huursubsidies vordert. De rechtbank Leeuwarden oordeelt uiteindelijk dat de franchisegever alsnog een bedrag van ruim € 345.000,- moet betalen aan achterstallige huursubsidies.

In 2011 wordt de franchisenemer vervolgens een naheffingsaanslag opgelegd door de Belastingdienst. De franchisenemer gaat tegen deze beslissing in bezwaar en uiteindelijk in beroep bij de rechtbank.

De franchisenemer voert aan dat de aanslag ten onrechte is opgelegd omdat de betaling van de achterstallige huursubsidies alleen zou zien op een resultaatsgarantie. Er zou geen sprake zijn van een vergoeding voor een door de franchisenemer aan de franchisegever geleverde prestatie. Daarom zou geen sprake zijn van omzet en zou om die reden geen omzetbelasting betaald moeten worden.

De Belastingdienst voert op haar beurt aan dat de afspraak over de huursubsidie  “onderdeel is van het geheel van rechten en verplichtingen tussen partijen” zodat wel degelijk sprake is van een vergoeding van een geleverde prestatie. Mede om die reden zou de franchisenemer omzetbelasting zijn verschuldigd.

De rechtbank oordeelt uiteindelijk dat de huursubsidie “onlosmakelijk verbonden is met de (…) tussen partijen gesloten overeenkomst”. Het betreft volgens de rechter wel een vergoeding voor een prestatie die voortvloeit uit de franchiseovereenkomst. Daarom dient de franchisenemer omzetbelasting voor een bedrag van ruim € 53.000,- te betalen over de betaalde huursubsidie.

Met deze uitspraak lijkt de belastingrechter een ruime opvatting te hebben over hetgeen partijen over en weer aan elkaar verplicht zijn op grond van de franchiseovereenkomst. Bij het opstellen van, en onderhandelen over, een franchiseovereenkomst zijn dit aandachtspunten waarmee rekening gehouden dient te worden. Advies hierover kan worden ingewonnen bij een franchise- of belastingadviseur.

Geschreven door:

Roy Brands

Roy Brands is sinds 2010 advocaat en adviseert sinds 2013 veelal over franchise en franchise gerelateerde (juridische) onderwerpen. Roy staat met name individuele franchisenemers en collectieven van franchisenemers bij. Hij publiceert geregeld over juridische franchise kwesties en maakt zich hard voor meer evenwicht en gelijkheid tussen franchisegevers en franchisenemers.

Gepubliceerd op: 18 september 2014