Direct
advies nodig?

Bel de franchisehulplijn 023 - 541 19 27

Of mail

Actueel

ondeugdelijke prognoses: onrechtmatige daad en/of dwaling?

5 augustus 2014

De rechtbank Amsterdam heeft onlangs een vordering tot schadevergoeding van een Formido franchisenemer (tegen franchisegever Formido) uit hoofde van onrechtmatige daad (in verband met het verschaffen van ondeugdelijke prognoses) afgewezen.

De afwijzing is o.m. gebaseerd op de volgende overwegingen:

“De rechtbank stelt vast dat eiser ermee bekend was dat er in twee omliggende plaatsen al Formido bouwmarkten gevestigd waren en dat in het rapport van 3 oktober 2008 expliciet is vermeld dat er omzet wegvloeit naar dei twee omliggende plaatsen. Voor de vaststelling dat sprake is van een onrechtmatige daad is tegen die achtergrond onvoldoende dat een verwachting uit het rapport van 3 oktober 2008 niet is uitgekomen, te weten dat er voor klanten geen reden meer zou zijn om naar de Formido zaken in omliggende plaatsen te rijden als er in de eigen plaats ook een grote Formido zou zijn gevestigd. Dat geldt in het bijzonder nu geen concrete feiten of omstandigheden zijn gesteld of gebleken waaruit kan worden opgemaakt dat franchisegever Formido wist of kon weten dat die verwachting niet gerechtvaardigd was en dat het rapport daarom niet deugdelijk onderbouwd was of op verkeerde uitgangspunten berustte.”

Geen onrechtmatige daad

Uit het vonnis lijkt aannemelijk dat er wel een onjuist uitgangspunt is gehanteerd in het rapport van 3 oktober 2008 (te weten het uitgangspunt dat er voor klanten geen reden meer zou zijn om naar de Formido zaken in omliggende plaatsen te rijden als er in de eigen plaats ook een grote Formido zou zijn gevestigd) doch dat dit in de gegeven omstandigheden niet een onrechtmatige daad oplevert. Daarvoor is namelijk meer nodig, te weten dat Formido wist van het onjuiste uitgangspunt zonder dit te melden aan franchisenemer (of anderszins verwijtbaar handelen of nalaten bij de prognoseverstrekking). En daarvan is niet gebleken aldus de rechtbank.

Dwaling?

Nu een onjuist uitgangspunt in het rapport d.d. 3 oktober 2008 lijkt te zijn gehanteerd, biedt een beroep op dwaling franchisenemer in deze zaak mogelijk meer soulaas. Dat beroep, eventueel ondersteund met een (achteraf opgesteld) deskundigenrapport (waarbij de [on]deugdelijkheid van het rapport d.d. 3 oktober 2008 naar de stand van zaken in 2008/2009 wordt beoordeeld), zou dan mogelijk tot vernietiging van de franchiseovereenkomst en schadeloosstelling voor franchisenemer kunnen leiden. De schade en causaliteit moeten dan uiteraard nog wel worden bewezen. Het Nederlands rechtssysteem biedt franchisenemer bij een eventueel hoger beroep de mogelijkheid om haar grondslagen en bewijsaanbod aan te vullen!

Geschreven door:

Kees Kan

Kees Kan is advocaat sinds 1995. Zijn grote interesse en passie gaat uit naar franchising en alles wat daarmee samenhangt. Kees heeft de afgelopen 20 jaar franchisegevers, franchisenemers en collectieven/ verenigingen van franchisenemers bijgestaan. Zijn praktijk bestaat vrijwel uitsluitend uit franchise gerelateerde advisering. Hij publiceert regelmatig over franchise en verzorgt franchiseworkshops en –seminars. Kees is initiatiefnemer en oprichter van de website www.franchisehulp.nl.

Gepubliceerd op: 5 augustus 2014