Direct
advies nodig?

Bel de franchisehulplijn 023 - 541 19 27

Of mail

Actueel

Onduidelijk franchisecontract voor rekening van franchisegever!

29 april 2020

Het Hof Amsterdam heeft onlangs geoordeeld dat onduidelijke contractbepalingen voor rekening van franchisegever komen. Ook heeft zij geoordeeld dat niet-klagen leidt tot verval van aanspraak op schadevergoeding.

In hoger beroep oordeelde het Hof over een geschil tussen franchisegever (uitbater van een franchiseformule voor herstel van deuk- en lakschade aan voertuigen) en franchisenemer. Franchisenemer had de franchiseovereenkomst ontbonden omdat franchisegever weigerde op te treden tegen het gebruik van de formule (merk)naam door een derde in het rayon van franchisenemer. Franchisegever vorderde betaling van achterstallige franchisefees. Franchisenemer vorderde een verklaring voor recht dat zij de franchiseovereenkomst geldig had ontbonden. Ook vorderde franchisenemer terugbetaling van betaalde franchise fees.

Partijen twisten in hoger beroep over de uitleg van de franchiseovereenkomst. Ten aanzien van één bepaling wordt geoordeeld dat deze voor meerderlei uitleg vatbaar is. De daardoor ontstane onduidelijkheid komt voor risico van de franchisegever aldus het Hof. Franchisegever is immers opsteller en gebruiker van de franchiseovereenkomst. Die bepaling wordt daarom ten nadele van franchisegever en ten voordele van franchisenemer uitgelegd.

Voorts wordt geoordeeld dat franchisenemer de franchiseovereenkomst terecht heeft ontbonden. Franchisegever heeft namelijk ten onrechte nagelaten op te treden tegen een derde die met gebruikmaking van de franchiseformule (merk) in het rayon van franchisenemer opereerde.

Ontbinding leidt tot een verplichting tot ongedaanmaking van reeds verrichte prestaties (voor zover nog mogelijk). Franchisenemer vordert terugbetaling van reeds betaalde franchisefees. Franchisenemer stelt dat tegenover de betaalde fees geen prestaties hebben gestaan. Volgens franchisenemer is de kwaliteit van de formule en de franchiseorganisatie in een zeer negatieve spiraal terecht gekomen. Ook werden volgens franchisenemer (o.m.) geen steun of bijstand meer verleend en geen marketingactiviteiten meer verricht. Het Hof stelt echter vast dat franchisenemer tot aan de ontbinding van de franchiseovereenkomst de franchisefee altijd zonder protest heeft voldaan. Franchisenemer heeft niet eerder geklaagd over achterblijvende prestaties. Ook is geen schriftelijke ingebrekestelling verstuurd. Het Hof acht daarom aannemelijk dat de betaalde fee (kennelijk) een redelijke vergoeding zijn geweest voor de geleverde prestaties. De vordering tot terugbetaling van de reeds betaalde franchisefees wordt daarom afgewezen.

Onduidelijkheid in bepalingen van de franchiseovereenkomst pakt nadelig uit voor franchisegever. Het niet klagen pakt nadelig uit voor franchisenemer. Met betere formuleringen en tijdige ingebrekestellingen zouden juridische lakschade en deuken zijn voorkomen!

Geschreven door:

Kees Kan

Kees Kan is advocaat sinds 1995. Zijn grote interesse en passie gaat uit naar franchising en alles wat daarmee samenhangt. Kees heeft de afgelopen 20 jaar franchisegevers, franchisenemers en collectieven/ verenigingen van franchisenemers bijgestaan. Zijn praktijk bestaat vrijwel uitsluitend uit franchise gerelateerde advisering. Hij publiceert regelmatig over franchise en verzorgt franchiseworkshops en –seminars. Kees is initiatiefnemer en oprichter van de website www.franchisehulp.nl.

Gepubliceerd op: 29 april 2020