Direct
advies nodig?

Bel de franchisehulplijn 023 - 541 19 27

Of mail

Actueel

Online – offline: concurrerend?

28 juni 2017

Het Hof Den Bosch heeft in een recent arrest geoordeeld over de verhouding tussen online en offline activiteiten in relatie tot een non-concurrentiebeding. Het Hof den Haag oordeelde anders in 2015 over de verhouding online en offline met betrekking tot rayon-exclusiviteit.

De Zaak:

Franchisegever heeft een formule in management -en communicatietrainingen. Franchisenemers nemen bij franchisegever o.m. een pakket trainingen af waarmee zij werknemers van opdrachtgevers opleiden in sales en management. Franchisegever investeert permanent in verbetering en actualisering van de trainingen. Franchisegever verzorgt voorts de marketing en reclame voor de formule en ondersteunt franchisenemers administratief. Franchisenemers betalen in ruil daarvoor een franchisefee.

Een ex-franchisenemer is in 2004 bestuurder geworden bij franchisegever. In de managementovereenkomst is een non-concurrentiebeding opgenomen waarin het ex-franchisenemer verboden is om gedurende 10 jaar na het einde van de managementovereenkomst activiteiten te verrichten die vergelijkbaar zijn met de activiteiten van franchisegever.

In 2011 is de managementovereenkomst geëindigd. Op grond van een kort gedingvonnis uit eveneens 2011 is ex-franchisenemer veroordeeld tot nakoming van het non-concurrentiebeding en is het hem verboden zowel direct als indirect met ex-franchisegever in concurrentie te treden. Op overtreding is een dwangsom (boete) van 50.000 euro per overtreding gesteld.

In 2016 heeft ex-franchisenemer een nieuw product geïntroduceerd op het gebied van trainingen voor verkoopmedewerkers. Tegen betaling krijgen trainers toegang tot een nieuw ontwikkelde “online-leerplatform” waarop allerlei tools (trainingen, vlogs, blogs, micro-learning, webinars, etc.) beschikbaar zijn die zij kunnen gebruiken bij het trainen/opleiden van verkoopmedewerkers.

Franchisegever maakt bezwaar tegen deze activiteiten (stellende dat deze in strijd met het concurrentiebeding zijn) en vordert 150.000 euro aan verbeurde boetes van ex-franchisenemer.

Oordeel van het Hof:

In hoger beroep overweegt het Hof (samengevat):

“Dat ex-franchisenemer de activiteiten een “platform” noemt waarop zij “tools” aanbiedt aan trainers en mogelijk enkel online faciliteert waar ex-franchisegever dat offline zou doen, doet niets af aan de constatering dat sprake is van “vergelijkbare activiteiten” met die van ex-franchisegever. De verschillen van de activiteiten zien hoogstens op de vorm waarop deze worden aangeboden maar nemen niet weg dat sprake is van vergelijkbare activiteiten.

Het Hof oordeelt dat sprake is van tenminste drie overtredingen. Voor matiging van de boetes is geen plaats nu ex-franchisenemer tevoren is gewaarschuwd en hij derhalve willens en wetens het risico heeft genomen dat hij de boetes zou verbeuren. Ex-franchisenemer dient 150.000 aan boetes te betalen!

Online – Offline:

Interessant is dat het Hof online en offline als concurrerend beschouwt als het gaat om de beoordeling van schending van het concurrentiebeding.

Het Hof den Haag werd in het zogenaamde Trekpleister arrest (2015) voor de vraag gesteld of het openen van een webshop (Trekpleister internetwinkel) door franchisegever als inbreuk op het exclusieve rayon van franchisenemer moest worden beschouwd. Het Hof oordeelde dat van een inbreuk geen sprake was nu het exclusieve rayon uitsluitend zag op een geografisch bepaald gebied (aangegeven op een gearceerde kaart) waarbinnen geen fysieke vestigingen mochten worden geopend. Volgens het Hof viel een webshop niet onder dat verbod en was het openen van een webshop niet in strijd met de exclusiviteit van franchisenemer.

Waar het Hof Den Haag nadrukkelijk onderscheid maakt tussen online en offline activiteiten voor de bepaling (beperking) van de reikwijdte van het exclusiviteitsbeding maakt het Hof den Bosch juist geen onderscheid tussen online en offline bij de beoordeling van het concurrentiebeding. En dat terwijl een concurrentiebeding franchisegever beoogt te beschermen tegen concurrentie door franchisenemer en een exclusiviteitsbeding franchisenemer beoogt te beschermen tegen concurrentie van (o.m.) franchisegever. In beide gevallen pakte de beoordeling van online en offline activiteiten echter nadelig uit voor de betrokken franchisenemers.

Uit het arrest van het Hof den Bosch blijkt maar weer hoe lastig rechterlijke instanties – net als de meeste marktpartijen – het vinden om de gevolgen van online voor offline activiteiten, in onderlinge rechtsverhoudingen te wegen.

In elk geval blijkt ook uit het arrest van het Hof den Bosch wederom hoe risicovol het kan zijn om in strijd met concurrentiebedingen te handelen. Hetzelfde geldt voor het opzoeken van “de grens” van wat nog wel en wat niet meer is geoorloofd. Bij twijfel doen franchisenemers er verstandig aan om (zeer) terughoudend te acteren.

 

 

 

Geschreven door:

Kees Kan

Kees Kan is advocaat sinds 1995. Zijn grote interesse en passie gaat uit naar franchising en alles wat daarmee samenhangt. Kees heeft de afgelopen 20 jaar franchisegevers, franchisenemers en collectieven/ verenigingen van franchisenemers bijgestaan. Zijn praktijk bestaat vrijwel uitsluitend uit franchise gerelateerde advisering. Hij publiceert regelmatig over franchise en verzorgt franchiseworkshops en –seminars. Kees is initiatiefnemer en oprichter van de website www.franchisehulp.nl.

Gepubliceerd op: 28 juni 2017