Direct
advies nodig?

Bel de franchisehulplijn 023 - 541 19 27

Of mail

Actueel

Opzegging door bank van kredietrelatie met franchisenemer rechtmatig?

10 mei 2011

De rechtbank in Middelburg heeft onlangs geoordeeld in een geschil tussen een Hubo franchisenemer en de ING bank over de vraag of de ING de kredietrelatie rechtmatig heeft beëindigd.

In deze zaak sloot op 2 juni 2007 de ING met de Hubo franchisenemer (twee vestigingen) een kredietovereenkomst (hierna: overeenkomst) waarbij kredietfaciliteiten zijn verstrekt aan de franchisenemer voor ruim € 1.100.000,=. Op deze overeenkomst waren de algemene bepalingen van een ING-kredietverlening van toepassing. De franchisenemer heeft met het oog op nakoming van de overeenkomst zekerheden aan de ING verstrekt, waaronder een borgstelling.

Negatieve resultaten van de Hubo franchise onderneming leidden ertoe dat in juni 2008 de ING zijn zorgen uit over de toekomst van de franchise onderneming. Ook meldt de ING dat de aanvraag van een extra krediet niet gehonoreerd zal worden. De ING meldt dan tevens dat zij een “afscheidsscenario” nastreeft. Dit houdt in dat de ING op termijn de kredietrelatie met franchisenemer wil beëindigen.

In september 2008 wordt één vestiging van de franchisenemer verkocht. De ING stelt in oktober 2008 dat bij de verkoop essentiële informatie is onthouden en verkoopopbrengsten van de aan ING verpande zaken zijn achtergehouden en gebruikt voor betalingen aan (andere) crediteuren. In combinatie met de ernstige twijfel aan de continuïteit van de onderneming en de gang van zaken tijdens en na de verkoop, zegt de ING vervolgens de kredietfaciliteit met inachtneming van een opzegtermijn van drie maanden per 1 februari 2009 op. De vorderingen die voortvloeien uit de overeenkomst worden volgens de ING daardoor per die datum opeisbaar. De ING vordert daarom via de rechter een totaalbedrag van € 1.065.000,– terug.

Franchisenemer stelt daarentegen dat de ING de kredietfaciliteiten onrechtmatig heeft opgezegd aangezien volgens franchisenemer er geen sprake was van wanprestatie jegens de ING èn ING daarenboven over voldoende zekerheden beschikte. Franchisenemer houdt ING aansprakelijk voor alle schade uit hoofde van de onrechtmatige opzegging van de kredietfaciliteit en vordert schadevergoeding ten bedrage van ruim € 1.200.000,=

De rechtbank beoordeelt vervolgens de vraag of de opzegging door ING van de kredietfaciliteiten in dit geval rechtmatig was.

Een dergelijke opzegging moet voldoen aan de eisen van proportionaliteit en subsidiariteit.

Factoren die hierbij in overweging worden genomen zijn:

– de mate van overschrijding van de kredietlimiet,
– de opzegtermijn,
– de betrouwbaarheid van de kredietnemer en
– het besluitvormingsproces bij de kredietverstrekker.

De rechtbank oordeelt vervolgens dat ING bijtijds de franchisenemer op de hoogte had gesteld van haar intentie om een afscheidsscenario te starten vanwege twijfels omtrent de continuïteit van de onderneming. Franchisenemer had dit laatste weliswaar tegengesproken maar de rechtbank achtte dit niet voldoende nu de franchisenemer de meest winstgevende vestiging (van zijn twee vestigingen) had verkocht en daarvoor ook nog eens extra krediet had aangevraagd. Doordat de opbrengst van deze verkoop pas na aandringen werd betaald aan de ING is de franchisenemer toerekenbaar tekortgeschoten in zijn verplichting jegens de bank. Op grond hiervan mocht de ING besluiten de kredietrelatie met franchisenemer op termijn te beëindigen. Verder is de rechtbank van mening dat de ING op tijd aan de franchisenemer heeft laten weten dat zij de kredietrelatie wilde beëindigen en daarbij de franchisenemer genoeg tijd heeft gegeven om andere investeerders te zoeken.

Deze zaak laat zien dat een bank niet zonder meer een kredietrelatie met een ondernemer / franchisenemer kan en mag opzeggen. Bij opzegging moet voldaan worden aan de eisen van proportionaliteit en subsidiariteit. Deze eisen zijn uitgewerkt in de vier hiervoor vermelde factoren waaraan de rechtbank de opzegging door ING dan ook toetst.

Het is duidelijk dat een opzegging van een bestaande kredietfaciliteit een ondernemer / franchise onderneming in (acute) grote problemen kan brengen, inclusief een dreigend faillissement. Enerzijds dient de bank zich dus te houden aan voormelde zorgvuldigheidseisen anderzijds is van groot belang dat franchisenemer zich altijd zoveel mogelijk houdt aan de verplichtingen jegens de bank om zodoende een (vervroegde) opzegging van het krediet te voorkomen. Mocht uw bank of kredietverstrekker onverhoopt het krediet opzeggen, win bij twijfel altijd en snel juridisch advies in!

Geschreven door:

Kees Kan

Kees Kan is advocaat sinds 1995. Zijn grote interesse en passie gaat uit naar franchising en alles wat daarmee samenhangt. Kees heeft de afgelopen 20 jaar franchisegevers, franchisenemers en collectieven/ verenigingen van franchisenemers bijgestaan. Zijn praktijk bestaat vrijwel uitsluitend uit franchise gerelateerde advisering. Hij publiceert regelmatig over franchise en verzorgt franchiseworkshops en –seminars. Kees is initiatiefnemer en oprichter van de website www.franchisehulp.nl.

Gepubliceerd op: 10 mei 2011