Direct
advies nodig?

Bel de franchisehulplijn 023 - 541 19 27

Of mail

Actueel

Oud-C1000 franchisenemers willen inzage in stukken van Jumbo en Albert Heijn

25 september 2014

In een uitspraak van de Rechtbank Oost-Brabant van 23 september jl. stond een vereniging van C1000 franchisenemers tegenover het collectief Ahold (Albert Heijn) en Jumbo.

 

Wat was hier aan de hand en wat probeerde de vereniging hiermee te bereiken?

 

Voorgeschiedenis

Jumbo heeft eind 2011 alle aandelen van C1000 gekocht waardoor Jumbo vanaf dat moment de zeggenschap over de C1000 supermarkten kreeg. Vervolgens heeft Jumbo in april 2012 een groot gedeelte van de C1000 winkels (78 C1000 winkels waarvan 76 franchise) aan Ahold verkocht. De onderhuurovereenkomsten die de 76 franchisenemers met C1000 hadden waren al eerder naar Ahold overgegaan.

Alle 76 franchisenemers voerden op dat moment nog een C1000 supermarktfranchiseformule. Vanaf het moment van de overname van de huurovereenkomsten door Ahold hadden de franchisenemers een huurovereenkomst met Ahold en een franchiseovereenkomst met Jumbo.

Vervolgens maakt Jumbo in April 2012 bekend dat de C1000 franchiseformule binnen twee jaar zou verdwijnen; Dit betekent dat alle 76 franchisenemers moesten overstappen naar een andere formule. Als oplossing hiervoor is Ahold daarom met de franchisenemers in gesprek gegaan over een overstap naar de Albert Heijn formule.

Tijdens de zitting bij de rechtbank in augustus 2014 bleek dat ongeveer 46 van de 76 franchisenemers deze overstap naar Albert Heijn al hadden gemaakt of (nog) zouden maken. Ahold erkent dat veel van de reeds naar Albert Heijn overgestapte franchisenemers met tegenvallende omzetten kampen. 25 C1000 franchisenemers stonden echter nog voor de keuze óf ze de overstap naar Albert Heijn zouden maken en zo ja, onder welke voorwaarden.

De vereniging (van franchisenemers van) C1000 wenst inzage in de verkoopovereenkomst tussen Jumbo en Ahold om op die manier voor de individuele franchisenemers een betere inschatting van de situatie en van hun positie mogelijk te maken. Door inzage zouden zij beter in staat worden gesteld om te kunnen beslissen over een overgang naar Albert Heijn.

 

Procedure

Jumbo en Ahold weigeren inzage in deze stukken omdat (i) de franchisenemers geen rechten kunnen ontlenen aan afspraken die in deze stukken (tussen Jumbo en Ahold) zijn gemaakt en (ii) deze stukken volgens hen geheime en gevoelige informatie zouden bevatten. Hierop vorderde de verenging C1000 in kort geding inzage .

Voordat de rechtbank ingaat op de vraag of Jumbo en Ahold de stukken ter inzage aan de vereniging C1000 dienen te geven, maakt de rechtbank een zijstap waarin zij haar visie op de situatie (van de franchisenemers) uit de doeken doet. Hierdoor wordt een goed beeld gegeven van het denkproces van de kort geding rechter:

 

Mede uit het pleidooi van Jumbo is duidelijk geworden dat de C1000 franchisenemers wier vestigingspunten in 2012 door Jumbo aan Ahold zijn overgedragen onderworpen zijn geweest aan een strategisch spel op het hoogste niveau van Jumbo en Ahold (en Coop), […]. De C1000 franchisenemers over wier ondernemingen het ging, zijn vooraf in het verhaal duidelijk niet voorgekomen. Alleszins begrijpelijk is dat zij zich in een dwangpositie gemanoeuvreerd voelen en niet ten volle tevreden zijn met de bezweringen achteraf van de zijde van Jumbo en Ahold, dat er in goed overleg oplossingen moeten worden gevonden, waarbij ook opvalt dat Jumbo – die nog altijd de contractspartner is ten aanzien van de C1000-formule – de franchisenemers in haar brief van 24 april 2014 soepeltjes lijkt door te verwijzen naar Ahold. De voorzieningenrechter is niet blind voor de lastige positie waarin de franchisenemers wier belangen Vereniging C1000 zich aantrekt zijn komen te verkeren, al zijn anderzijds problemen als de onderhavige ook wel inherent aan het feitelijk en juridisch gecompliceerde karakter dat franchiserelaties pleegt te kenmerken.”

 

De rechtbank komt vervolgens toe aan de vraag of Jumbo en Ahold de stukken ter inzage moet geven . Zij oordeelt dat aannemelijk is dat de verhuurrechten één op één zijn overgegaan van Jumbo naar Ahold en dat als gevolg daarvan voor de franchisenemers niets is veranderd terwijl de huurbepalingen reeds bij hen bekend zijn. De vorderingen van de C1000 vereniging worden afgewezen.

Ondanks de afwijzing is deze uitspraak alsnog zeer interessant voor franchisenemers. Met de overweging van de rechter wordt een zeldzaam kijkje gegeven in diens overwegingen. De rechter beschrijft en erkent daarmee de machteloosheid die franchisenemers kunnen ervaren als de formule waar zij bij zijn aangesloten aan een derde verkocht wordt zonder dat zij daarin enige zeggenschap hebben.

Franchisenemers krijgen geen inzage, daarvoor ontbreekt voldoende juridische grond. De verenging zal andere middelen moeten aanwenden bij de behartiging van de belangen van de betrokken C1000 ondernemers. Het is belangrijk en verstandig dat de verenging c.s. de betreffende franchisenemers actie ondernemen vóórdat zij overgaan naar een andere formule / organisatie. Immers na de overgang is er geen onderhandelingspositie meer. In dat verband is nog vermeldenswaard dat uit eerder gepubliceerde jurisprudentie is gebleken dat dezelfde rechtbank (Oost Brabant) enkele jaren geleden reeds heeft geoordeeld dat twee supermarkt ondernemers niet verplicht waren – ondanks op hen uitgeoefende druk – tegen hun uitdrukkelijke wensen in mee te werken aan een overgang naar een andere supermarktorganisatie!

 

Geschreven door:

Roy Brands

Roy Brands is sinds 2010 advocaat en adviseert sinds 2013 veelal over franchise en franchise gerelateerde (juridische) onderwerpen. Roy staat met name individuele franchisenemers en collectieven van franchisenemers bij. Hij publiceert geregeld over juridische franchise kwesties en maakt zich hard voor meer evenwicht en gelijkheid tussen franchisegevers en franchisenemers.

Gepubliceerd op: 25 september 2014