Direct
advies nodig?

Bel de franchisehulplijn 023 - 541 19 27

Of mail

Actueel

Rechtbank Arnhem benadrukt belang van een correcte ingebrekestelling

3 mei 2012

 

Als een partij bij een franchiseovereenkomst de andere partij wil aanspreken op nakoming van contractuele verplichtingen (in gebreke stellen), is het van groot belang dat dit gebeurt volgens de eisen die de wet, en eventueel de franchiseovereenkomst, daaraan stelt. De wet bepaalt onder meer dat een ingebrekestelling schriftelijk dient plaats te vinden en dat daarbij een redelijke termijn wordt geboden aan de tekortschietende partij om de tekortkoming te herstellen. Worden de regels van de wet en het contract niet goed nageleefd, dan kan dat grote gevolgen hebben voor de juridische positie van de partij die deze regels niet goed heeft toegepast, zo blijkt onder meer uit een uitspraak van de rechtbank Arnhem van 12 april 2012.

Inhoud van de franchiseovereenkomst

Op 1 april 2007 is een franchiseovereenkomst gesloten tussen franchisegever Pet’s Place en een franchisenemer. In de franchiseovereenkomst is onder meer een aanbiedingsverplichting voor franchisegever opgenomen voor de exploitatie van een nieuwe vestiging in het exclusieve rayon van franchisenemer. Daarnaast zijn partijen overeengekomen dat schriftelijke mededelingen worden gecommuniceerd per aangetekende brief. Verder is afgesproken dat in geval van een ondeugdelijke exploitatieprognose, franchisenemer de franchisegever binnen drie maanden na aanvang van de franchiseovereenkomst in gebreke stelt. Partijen zijn tevens een boetebeding overeengekomen met betrekking tot niet-nakoming van contractuele verplichtingen. Ook is een exploitatiebegroting verstrekt voorafgaand aan het sluiten van de franchiseovereenkomst.

Geschil tussen partijen

Tussen partijen ontstaat discussie wanneer franchisenemer zijn rekening-courant schuld bij franchisegever laat oplopen. Uiteindelijk start franchisenemer een rechtszaak en verzoekt de rechter om vast te stellen dat franchisegever (ondanks de opgelopen rekening-courant schuld) niets meer van hem te vorderen heeft, omdat franchisegever zelf bepaalde verbintenissen uit de franchiseovereenkomst niet zou zijn nagekomen. Daarnaast doet franchisenemer een beroep op het boetebeding wegens niet-nakoming door franchisegever van contractuele verplichtingen. Franchisegever zou onder meer in strijd met haar aanbiedingsverplichting hebben gehandeld door de exploitatie van een nieuwe vestiging binnen het rayon niet eerst aan franchisenemer te hebben aangeboden. Daarnaast zouden de door franchisegever verstrekte prognoses ondeugdelijk zijn.

De franchisegever stelt daartegen dat zij niet alleen een vordering op franchisenemer heeft vanwege de oplopende rekening-courant schuld, maar ook vanwege eenberoep op het boetebeding. Zo zou de franchisenemer o.a. zijn winkel niet conform de huisstijl van franchisegever hebben ingericht. 

Toetsing rechter

De rechter wijst vervolgens de vordering van franchisenemer ter zake schending van de aanbiedingsverplichting af, omdat franchisenemer franchisegever niet conform de wet en de franchiseovereenkomst in gebreke had gesteld. Franchisenemer had franchisegever aangeschreven zonder daarbij een redelijke termijn te stellen en hij had dit bovendien niet, zoals in de franchiseovereenkomst overeengekomen, per aangetekende brief gedaan maar per e-mail.

Ook de vordering van franchisenemer over de onjuiste prognoses wordt afgewezen, omdat franchisenemer heeft nagelaten franchisegever binnen drie maanden na aanvang van de franchiseovereenkomst op de onjuistheid ervan aan te spreken. Dat franchisenemer reeds bij aanvang van de franchiseovereenkomst wist dat de prognoses onjuist waren, maar had besloten de franchisegever hier niet op aan te spreken omdat hij de relatie niet wilde verstoren, werkt helaas niet in zijn voordeel. 

De vorderingen van franchisenemer liepen daarom stuk op het feit dat hij franchisegever niet op juiste wijze en/ of niet tijdig op de tekortkomingen had aangesproken.

De vorderingen van franchisegever werden daarentegen wel toegewezen, inclusief verbeurde contractuele boetes conform het boetebeding, tot een totaalbedrag van maar liefst € 300.000,–. Franchisegever had franchisenemer wel conform de regels in gebreke gesteld ter zake zijn tekortkomingen.

Advies voor de franchisenemer

Bovenstaande zaak is wederom een goed voorbeeld van hoe partijen bij een franchiseovereenkomst, en in het bijzonder de franchisenemer, dient te handelen als hij vindt dat zijn franchisegever tekortschiet in de nakoming van zijn verplichtingen. Op deze website is al vaker het belang van een schriftelijke ingebrekestelling aan de franchisegever benadrukt, maar deze zaak illustreert dit nogmaals. De ingebrekestelling van de franchisenemer wordt door de rechter terzijde geschoven omdat deze niet zou zijn gedaan volgens de specifieke afspraken uit de franchiseovereenkomst. Dat de franchisenemer in eerste instantie geen actie ondernam omdat hij niet direct de goede verhoudingen wilde verstoren legde voor de rechter geen gewicht in de schaal. Voorop staat dat naar de andere partij duidelijk, en conform de wet en de franchiseovereenkomst, de tekortkomingen kenbaar hadden moeten worden gemaakt. Dit betekent  uiteraard niet dat beleefdheidsnormen niet in acht moeten worden genomen tussen contractspartijen. Partijen dienen zich steeds als goed franchisegever en franchisenemer jegens elkaar te gedragen waarbij de wet en de franchiseovereenkomst leidend zijn!

Geschreven door:

Kees Kan

Kees Kan is advocaat sinds 1995. Zijn grote interesse en passie gaat uit naar franchising en alles wat daarmee samenhangt. Kees heeft de afgelopen 20 jaar franchisegevers, franchisenemers en collectieven/ verenigingen van franchisenemers bijgestaan. Zijn praktijk bestaat vrijwel uitsluitend uit franchise gerelateerde advisering. Hij publiceert regelmatig over franchise en verzorgt franchiseworkshops en –seminars. Kees is initiatiefnemer en oprichter van de website www.franchisehulp.nl.

Gepubliceerd op: 3 mei 2012