Direct
advies nodig?

Bel de franchisehulplijn 023 - 541 19 27

Of mail

Actueel

Rechtbank Arnhem: prognose niet ondeugdelijk (??)

3 maart 2010

Op 3 februari 2010 heeft de Rechtbank Arnhem geoordeeld dat een door franchisegever CoopCodis afgegeven prognose aan een Coop franchisenemer niet ondeugdelijk is vanwege “het enkele feit” dat de resultaten drastisch achter zijn gebleven bij die prognose. Prognoses mogen volgens de rechtbank evenmin als een garantie worden beschouwd. Verder was in dit geval een terugkoopregeling overeengekomen voor het geval de omzet in de eerste 26 weken duidelijk achter zou blijven bij de geprognosticeerde omzet. Partijen hebben dus al een voorziening getroffen voor het geval de omzet achter zou blijven; dat franchisenemer daar geen gebruik van heeft gemaakt is diens eigen keuze, aldus de rechtbank Arnhem.

Ook staat op de exploitatiebegroting de tekst: “aan deze begroting en uitkomsten kunnen geen rechten worden ontleend”; nu hierover niets is gesteld door franchisenemer geldt deze exoneratie tussen partijen volgens de rechtbank.

De vorderingen van franchisegever tot financiële afrekening (ruim € 285.000,=) toegewezen en vorderingen van franchisenemer tot schadevergoeding afgewezen; met kostenveroordeling (ruim € 17.000,=)  voor franchisenemer.

Noot: het lijkt erop dat in deze zaak de vordering van franchisenemer onvoldoende is onderbouwd. Vaste rechtspraak is immers dat prognoses zorgvuldig tot stand moeten zijn gekomen (bijvoorbeeld door markt- en vestigingsplaatsonderzoek); zoniet dan is sprake van ondeugdelijke prognoses en is franchisegever aansprakelijk voor de daaruit voortvloeiende schade. Kennelijk heeft franchisenemer in deze zaak niets gesteld over de (on)zorgvuldige totstandkoming van de prognoses maar volstaan met verwijzing naar de achterblijvende omzetten/resultaten. Dat was in dit geval dus onvoldoende.

Hetzelfde lijkt aan de orde met betrekking tot de exoneratie “aan deze begroting en uitkomsten kunnen geen rechten worden ontleend”. Het is (ook) vaste rechtspraak dat een franchisegever zich daarachter niet kan verschuilen bij ondeugdelijke prognoses. In deze zaak is namens franchisenemer over die exoneratie echter kennelijk niets gesteld waardoor de exoneratie gewoon tussen partijen geldt en franchisegever zich daar (toch) op kan beroepen.

Dat prognoses geen garantie zijn is bekend. Prognoses dienen echter wel zorgvuldig tot stand te zijn gekomen. Zoniet dan zijn de prognoses ondeugdelijk en heeft franchisenemer recht op schadevergoeding. Zijn de prognoses wel zorgvuldig tot stand gekomen maar blijven de resultaten achter dan dient franchisegever extra steun en bijstand te verlenen aan haar franchisenemer teneinde de resultaten alsnog op peil te krijgen. Lukt dat ook na de extra steun en bijstand nog steeds niet dan rest de franchisenemer mogelijk nog een beroep op dwaling. Valt de franchisenemer iets te verwijten ten aanzien van de exploitatie dan vervalt zijn recht op schadevergoeding (geheel of deels).

Geschreven door:

Kees Kan

Kees Kan is advocaat sinds 1995. Zijn grote interesse en passie gaat uit naar franchising en alles wat daarmee samenhangt. Kees heeft de afgelopen 20 jaar franchisegevers, franchisenemers en collectieven/ verenigingen van franchisenemers bijgestaan. Zijn praktijk bestaat vrijwel uitsluitend uit franchise gerelateerde advisering. Hij publiceert regelmatig over franchise en verzorgt franchiseworkshops en –seminars. Kees is initiatiefnemer en oprichter van de website www.franchisehulp.nl.

Gepubliceerd op: 3 maart 2010