Direct
advies nodig?

Bel de franchisehulplijn 023 - 541 19 27

Of mail

Actueel

Rechtbank Arnhem: strenge toetsing dwaling wegens niet gehaalde omzetprognoses* en zorgplicht franchisegever kent beperkingen

18 oktober 2011

Onlangs heeft de rechtbank in Arnhem uitspraak gedaan in een zaak tussen een franchisegever en een failliete franchisenemer (althans de curator) met betrekking tot de franchise van een huisdierenwinkel. De franchisenemer vorderde primair vernietiging van de franchiseovereenkomst (hierna: overeenkomst) op grond van bedrog en dwaling en subsidiair ontbinding. Het beroep op bedrog en dwaling is hierbij voornamelijk gericht op de exploitatiebegroting, die tevens de omzetprognose bevatte, en op de zorgplicht van de franchisegever. 

Exploitatiebegroting

De franchisenemer stelt dat de omzetprognose ondeugdelijk is en niet is te herleiden naar een gedegen vestigingsplaatsonderzoek. De omzet viel in dit geval vijftig procent lager uit dan was voorspeld.

Volgens de franchisenemer zou er sprake zijn van dwaling. Bij dwaling wordt gekeken naar de omstandigheden waaronder de overeenkomst tot stand is gekomen. De onderhandelingen tussen franchisegever en franchisenemer vonden plaats van oktober 2008 tot april 2009. Franchisenemer had reeds ervaring met het exploiteren van een huisdierenwinkel. De exploitatiebegroting en het vestigingsplaatsonderzoek waren al aan het begin van de onderhandelingen aan de franchisenemer voorgelegd door de franchisegever. Blijkbaar was de franchisenemer van de juistheid van deze stukken uitgegaan, aldus de rechtbank, nu zij de overeenkomst had getekend geruime tijd nadat zij ze had bekeken. Nu de franchisenemer achteraf heeft aangegeven niet met de juistheid van de stukken in te stemmen, moet er dus duidelijk kunnen worden aangetoond waarom de franchisenemer dan wel de overeenkomst heeft getekend. Zij had namelijk reeds enkele maanden overleg gehad met de franchisegever over verschillende aspecten van zowel de exploitatiebegroting als het vestigingsplaatsonderzoek. In het licht van deze feiten slaagt de franchisenemer er dan ook niet in om concreet aan te tonen waarom er tijdens de onderhandelingen géén sprake was van een juiste voorstelling van zaken, aldus de rechtbank. Het beroep op bedrog en dwaling wordt afgewezen.

Zorgplicht franchisegever

De zorgplicht van de franchisegever zoals die voortvloeit uit de overeenkomst brengt mee dat, als de geprognosticeerde omzet niet wordt gehaald door de franchisenemer, de franchisegever de verplichting heeft de franchisenemer advies en bijstand te verlenen om te komen tot een situatie die recht doet aan de overeenkomst. Hieruit volgt dat bij het sluiten van een overeenkomst voor beide partijen verplichtingen ontstaan. Dit houdt in dat als één partij haar verplichtingen niet nakomt, zij in gebreke gesteld moet worden om in verzuim te komen. De wederpartij kan op haar beurt met een beroep op niet nakoming van de contractspartij haar eigen verplichtingen opschorten.

In dit geval was de franchisegever nooit in gebreke gesteld om haar zorgplicht alsnog na te komen. Een verzonden ingebrekestelling per brief zou volgens de franchisegever ‘te vaag’ zijn geweest om op te reageren. De rechtbank volgde hierin de franchisegever. In deze brief werd namelijk om advies en steun gevraagd, nu dit volgens de franchisenemer ingeroepen kan worden als de omzet achterblijft bij de prognoses, ‘om wat voor reden dan ook.’ Deze laatste zinsnede impliceert dat het volledig aan de franchisegever zou zijn om te zorgen dat de geprognosticeerde omzet gehaald wordt. Dit is echter niet een verplichting die voortvloeit uit de overeenkomst en kan daarom ook niet gebruikt worden als reden voor vernietiging of ontbinding van de overeenkomst.

Advies voor (kandidaat) franchisenemers

  • Exploitatiebegroting

Indien de omzet ver achterblijft bij de omzetprognoses, kan de franchisenemer de rechter verzoeken de franchiseovereenkomst te vernietigen door een beroep te doen op dwaling. Dit beroep dient echter met voldoende concrete feiten te zijn omkleed. Zelfs indien de franchisenemer bijvoorbeeld de helft minder omzet dan aangekondigd in de omzetprognose, zal een rechter met dat enkele feit niet zonder meer de overeenkomst vernietigen. Uit dit vonnis blijkt daarom nogmaals het belang om concreet de bezwaren te formuleren bij een beroep op dwaling.

  • Zorgplicht franchisegever

De franchisegever heeft inderdaad een zorgplicht jegens de franchisenemer. Als een franchisenemer wil aantonen dat de franchisegever in zijn zorgplicht is tekortgeschoten, dan moet de franchisenemer kunnen laten zien dat hij de franchisegever ook daadwerkelijk hierop heeft aangesproken. Het moet voor de franchisegever evident zijn geweest wat van hem werd verwacht!

 

* Zie hiervoor ook het nieuwsbericht d.d. 12 juli 2011 – Deugdelijke prognose niet gehaald? Onderdeel van uw ondernemersrisico!

 

Geschreven door:

Kees Kan

Kees Kan is advocaat sinds 1995. Zijn grote interesse en passie gaat uit naar franchising en alles wat daarmee samenhangt. Kees heeft de afgelopen 20 jaar franchisegevers, franchisenemers en collectieven/ verenigingen van franchisenemers bijgestaan. Zijn praktijk bestaat vrijwel uitsluitend uit franchise gerelateerde advisering. Hij publiceert regelmatig over franchise en verzorgt franchiseworkshops en –seminars. Kees is initiatiefnemer en oprichter van de website www.franchisehulp.nl.

Gepubliceerd op: 18 oktober 2011