Direct
advies nodig?

Bel de franchisehulplijn 023 - 541 19 27

Of mail

Actueel

Rechtbank Zwolle: franchisegever mag franchiseovereenkomst niet eenzijdig wijzigen!

17 november 2010

De rechtbank Zwolle heeft recent geoordeeld dat franchisegever haar franchisenemer onvoldoende heeft ondersteund bij de invoering van een nieuwe formule en bovendien dat die franchisegever niet gerechtigd was om de franchiseovereenkomst eenzijdig te wijzigen. Franchisegever is dientengevolge schadeplichtig!

In deze zaak betrof het franchisegever Combi Foto, exploitant van een franchiseformule in de foto-retailbranche met circa 150 aangesloten franchisenemers. In 2004 is franchisegever gestart met het vernieuwen van haar formule. Zij wilde daarmee inspelen op de toenemende digitalisering in de fotobranche. Franchisegever heeft in dat kader gezocht naar franchisenemers die bereid waren om in samenwerking met franchisegever de vernieuwde formule in hun winkels te implementeren. Franchisenemer (met twee bestaande winkels) heeft zich daarop aangemeld voor de implementatie van de nieuwe formule in een nieuw te openen (derde) pilotwinkel.

Voorafgaand aan het openen van de pilotwinkel is marktonderzoek gedaan en zijn rooskeurige winstprognoses afgegeven. Vervolgens zijn afspraken gemaakt over de invoering van de nieuwe formule en de opening van de pilotwinkel.

Op enig moment is franchisegever overgenomen door een nieuwe eigenaar die, vanwege de slechte financiële situatie, een aantal wijzigingen heeft doorgevoerd in de oude/bestaande franchiseformule. Eén van die wijzigingen betrof de afschaffing van de franchisevergoeding waar tegenover stond dat franchisegever niet langer verplicht was tot het verlenen van in de franchiseovereenkomst vermelde dienstverlening en ondersteuning.

De resultaten van de pilotwinkel zijn na opening ver achtergebleven bij de prognoses. Uiteindelijk heeft de franchisenemer de betreffende winkel moeten sluiten. Franchisenemer heeft franchisegever wanprestatie verweten, bestaande uit het niet nakomen van afspraken gericht op ondersteuning bij de exploitatie van de pilotwinkel. Franchisenemer heeft uiteindelijk de franchiseovereenkomst ontbonden.

Franchisegever heeft betwist dat hij wanprestatie heeft gepleegd. Franchisegever heeft bovendien gesteld dat, nu zij de franchiseovereenkomst na de overname had gewijzigd, zij niet langer gehouden was tot het geven van ondersteuning en advies, een en ander zoals weergegeven in de franchiseovereenkomst.

Ten eerste oordeelt de rechtbank dat, nu geen afzonderlijke franchiseovereenkomst was gesloten met betrekking tot de exploitatie van de pilotwinkel, de rechten en plichten uit de bestaande franchiseovereenkomsten ook van toepassing waren op de pilotwinkel. Vervolgens oordeelt de rechtbank dat gebleken is dat franchisegever haar verplichtingen uit die franchiseovereenkomst ten aanzien van de pilotwinkel heeft geschonden, onder meer door het niet opnemen in het bestaande inkoopsysteem van het nieuwe assortiment, het niet of nauwelijks voeren van reclame- en promotiecampagnes en het niet adviseren over de verkoop van het nieuwe assortiment.

Ten tweede oordeelt de rechtbank dat het franchisegever bovendien niet vrij stond om de franchiseovereenkomst ten aanzien van de nieuwe formule eenzijdig te wijzigen. Daarvoor ontbrak de vereiste goedkeuring van de formuleraad (zoals opgenomen in de bestaande franchiseovereenkomst).

Ten derde oordeelt de rechtbank dat franchisegever haar zorgplicht (het bieden van – zonodig: extra – steun en advies bij de exploitatie van de Pilotwinkel) jegens franchisenemer heeft geschonden. Bij dit laatste is het volgende van belang:

  • het initiatief tot het ontwikkelen en implementeren van de nieuwe formule kwam van franchisegever en franchisenemer is door franchisegever in dat kader benaderd;
  • Franchisenemer heeft haar beslissing om de pilotwinkel te starten, gebaseerd op basis van een marktanalyse en op grond daarvan afgegeven prognoses afkomstig van franchisegever;
  • Bij de invoering van de nieuwe formule werd door partijen steeds uitgegaan van een samenwerking waarbij de intentie was dat franchisegever ondersteuning zou bieden bij het implementeren van de nieuwe formule aan franchisenemer.

Op grond van al deze feiten en omstandigheden kon franchisegever zich niet eenzijdig uit die samenwerking terugtrekken, met name ook niet – aldus de rechtbank – nu het hier om een gezamenlijke pilot ging.

Het feit dat franchisegever in dat traject werd geconfronteerd met een nieuwe eigenaar (nieuwe aandeelhouder) en met een verslechterde financiële situatie, maakt het voorgaande niet anders.

Aangezien franchisegever in gebreke is gesteld door franchisenemer en derhalve in verzuim is geraakt, heeft franchisenemer de franchiseovereenkomst met betrekking tot de nieuwe winkel rechtsgeldig ontbonden en is franchisegever schadeplichtig!

N.B.:

Ook uit deze uitspraak blijkt dat een eenzijdige wijziging van de formule c.q. van de franchiseovereenkomst niet snel geldig is. Uitgangspunt is “trouw aan het gegeven woord”, dus aan nakoming van de afspraken uit de franchiseovereenkomst. Het eenzijdig wijzigen van die afspraken past daarin niet, zeker niet als het om ingrijpende wijzigingen gaat.

In deze zaak speelde dat temeer nu franchisenemer juist op initiatief van franchisegever een pilotwinkel startte om de vernieuwde formule uit te testen,  waarbij franchisenemer aanzienlijk (ook financieel) risico liep, zodat het franchisegever nog minder vrijstond om zich eenzijdig aan de gemaakte afspraken te onttrekken.

Het feit dat er bovendien (te?) rooskleurige prognoses waren afgegeven (die hadden bijgedragen aan de beslissing van franchisenemer om in de pilot te stappen) verplichtte franchisegever eerder tot meer (extra) ondersteuning dan minder, hetgeen overeenkomstig geldende jurisprudentie is.

Het argument dat de franchisegever in handen is gekomen van een nieuwe eigenaar (nieuwe aandeelhouder) en dat de financiële situatie is verslechterd en dat dus sprake zou zijn van “een nieuwe werkelijkheid”, is door de rechtbank – terecht – verworpen; dergelijke omstandigheden, voor zover al relevant en bewezen, zullen niet snel leiden tot het oordeel dat één partij gerechtvaardigd eenzijdig mag afwijken van gemaakte afspraken!

Geschreven door:

Kees Kan

Kees Kan is advocaat sinds 1995. Zijn grote interesse en passie gaat uit naar franchising en alles wat daarmee samenhangt. Kees heeft de afgelopen 20 jaar franchisegevers, franchisenemers en collectieven/ verenigingen van franchisenemers bijgestaan. Zijn praktijk bestaat vrijwel uitsluitend uit franchise gerelateerde advisering. Hij publiceert regelmatig over franchise en verzorgt franchiseworkshops en –seminars. Kees is initiatiefnemer en oprichter van de website www.franchisehulp.nl.

Gepubliceerd op: 17 november 2010