Direct
advies nodig?

Bel de franchisehulplijn 023 - 541 19 27

Of mail

Actueel

Vervaltermijn in een franchiseovereenkomst

31 maart 2015

In een arrest van het hof Arnhem Leeuwarden van 17 februari 2015 vernietigt het hof het vonnis van de rechtbank waarin de rechtbank oordeelde dat sprake was van ondeugdelijke prognoses en de franchiseovereenkomst werd vernietigd. Bovendien was franchisegever schadeplichtig jegens franchisenemer.

Franchisegever heeft tegen dit vonnis beroep ingesteld.

Feiten

Franchisenemer had contact gezocht met franchisegever om een franchise te kunnen starten. Na enkele oriënterende gesprekken kwamen partijen een intentieverklaring overeen waarbij zij de intentie hadden uitgesproken om tot de realisering van een franchise op basis van een franchiseovereenkomst te komen. Bij dezelfde gelegenheid overhandigde franchisegever franchisenemer een conceptovereenkomst en een handboek. Vervolgens hadden partijen veelvuldig overleg over de te openen vestiging.

Na deze gesprekken zond franchisegever franchisenemer een conceptovereenkomst waarbij de gegevens van franchisenemer al waren ingevuld. Een week later overhandigde franchisegever franchisenemer twee papieren exemplaren van de franchiseovereenkomst die al door franchisegever waren ondertekend. De ondertekening van de franchiseovereenkomst door franchisenemer zou op de dag van de opening plaatsvinden. De overeenkomst is uiteindelijk nooit door franchisenemer ondertekend.

Desondanks startte franchisenemer de franchise en heeft franchisenemer conform de bepalingen van de franchiseovereenkomst drie jaar de franchisevestiging geëxploiteerd.

In de franchiseovereenkomst stond onder meer opgenomen:

“D. Informatieverstrekking

De franchisegever heeft de franchisegever (hof: bedoeld zal zijn de franchisenemer) nauwkeurige schriftelijke informatie (hof: gegeven) met betrekking tot de franchiseketen in het algemeen en de onderhavige franchiseovereenkomst in het bijzonder, waaronder begrepen de van toepassing zijnde algemene verkoop- en leveringsvoorwaarden en huishoudelijke reglementen.

De in het vorige lid bedoelde informatie bevat mede alle door de franchisegever opgestelde ramingen van exploitatiekosten, financiële prognoses en overige informatie, met betrekking tot de openingskosten van de franchiseonderneming. Met behulp van de verkregen informatie is de franchisenemer in staat gesteld grondig kennis te nemen van het franchisesysteem.

Alle informatie is door de franchisegever naar beste kunnen en weten opgesteld en gebaseerd op ervaringen met één of meer zaken vergelijkbaar met de aan de franchisenemer voorgestelde zaak. De franchisegever garandeert de franchisenemer dat de in de vorige leden verstrekte informatie juist, objectief en verifieerbaar is, doch wenst niet geacht te worden garantie te geven dat de prognoses daadwerkelijk worden gerealiseerd.

(…)

Onjuistheid of onvolledigheid van de in de vorige leden genoemde gegevens wordt geacht toerekenbare tekortkoming in de nakoming van de uit de onderhavige overeenkomst voortvloeiende verplichtingen op te leveren, tenzij blijkt, dat de desbetreffende partij te goeder trouw heeft gehandeld en de gebrekkigheid van dien aard is dat zij bij de beoordeling niet essentieel is geweest.

E. Bedenktijd of beraadperiode

(…)

Een vordering voortvloeiende uit hetgeen onder D en E is gesteld vervalt, indien deze niet binnen één jaar na aanvang van de onderhavige overeenkomst is ingesteld.”

 

 

Kortom, klaagt franchisenemer niet binnen één jaar na aanvang van de overeenkomst over de (on)juistheid van de verstrekte financiële informatie, dan vervalt zijn recht om een beroep te doen op de onjuistheid van o.a. de door franchisegever verstrekte financiële informatie (prognoses).

 

Oordeel rechtbank

De rechtbank oordeelde dat er tussen partijen een franchiseovereenkomst tot stand was gekomen maar dat de niet ondertekende franchiseovereenkomst geen directe werking had (en de bepalingen daarin niet 1 op 1 werking hadden). Daarnaast oordeelde de rechtbank dat sprake was van ondeugdelijke prognoses, franchisenemer de franchiseovereenkomst mocht vernietigen en franchisegever de schade aan franchisenemer moest voldoen.

Hoger beroep

In hoger beroep stelde franchisegever (nogmaals) dat de niet door franchisenemer ondertekende overeenkomst wel volledige werking had.

Nu franchisenemer te laat had geklaagd, althans niet binnen één jaar na aanvang van de franchise franchisegever aansprakelijk had gesteld voor de verstrekte financiële informatie (prognoses), kon franchisenemer geen aanspraak maken op schade die hij had geleden en de overeenkomst op grond van dwaling vernietigen.

 

Het hof gaat hierin mee. Het hof oordeelt onder andere:

“Naar het oordeel van het hof heeft franchisegever aan het feit dat franchisegever vanaf de opening van de ijssalon zaken met haar heeft gedaan, zich als franchisenemer heeft gedragen, de daaraan verbonden rechten heeft uitgeoefend en zijn verplichtingen is nagekomen, het vertrouwen kunnen en mogen ontlenen dat franchisenemer instemde met de franchiseovereenkomst met uitzondering van de door hem betwiste voorwaarden (franchisenemer betwist o.a. instemming met het concurrentiebeding, aanvulling Franchisehulp), doch met inbegrip van de niet bestreden voorwaarde ter zake van de vervaltermijn. Het feit dat franchisenemer de hem op 20 januari 2010 voorgelegde overeenkomst niet heeft ondertekend doet daar onvoldoende aan af. Het gaat erom dat franchisegever er gerechtvaardigd op mocht vertrouwen dat dat de wil van franchisenemer gericht was op het tot stand brengen van de franchiseovereenkomst, zoals die was vastgelegd in de door franchisegever overhandigde conceptovereenkomst. Dat er sprake was van franchising staat tussen partijen vast en gesteld, noch gebleken is dat franchisenemer zich heeft verzet tegen de in de overeenkomst opgenomen voorwaarden. franchisenemer heeft integendeel juist uitvoering gegeven aan de aldus vastgelegde overeenkomst en is dat ook na januari 2010 blijven doen.”

Daarnaast oordeelt het hof dat een bepaling zoals in de franchiseovereenkomst opgenomen onder E niet onredelijk bezwarend is en in een franchiseovereenkomst mag worden opgenomen:

“Bij een zorgvuldige monitoring van de bedrijfsgegevens kan binnen een jaar een voldoende duidelijk beeld worden verkregen van de nauwkeurigheid van de gepresenteerde prognoses.”

Het Hof vernietigt het vonnis van de rechtbank. In hoger beroep wordt franchisegever in het gelijk gesteld en dient franchisenemer de ontvangen schadevergoeding terugbetalen.

Resumerend

Uit dit arrest blijkt eens te meer dat een franchisenemer snel actie moet ondernemen als hij vermoedt dat de prognoses die hem zijn verstrekt ondeugdelijk zijn. Zelfs de periode van één jaar wordt niet te kort bevonden om tot deze conclusie te komen. Bovendien geeft dit arrest eens te meer aan dat een overeenkomst ook integraal tot stand kan komen als een van de partijen de overeenkomst niet heeft ondertekend.

Geschreven door:

Roy Brands

Roy Brands is sinds 2010 advocaat en adviseert sinds 2013 veelal over franchise en franchise gerelateerde (juridische) onderwerpen. Roy staat met name individuele franchisenemers en collectieven van franchisenemers bij. Hij publiceert geregeld over juridische franchise kwesties en maakt zich hard voor meer evenwicht en gelijkheid tussen franchisegevers en franchisenemers.

Gepubliceerd op: 31 maart 2015