Direct
advies nodig?

Bel de franchisehulplijn 023 - 541 19 27

Of mail

Actueel

Waarom er wél franchisewetgeving moet komen!

20 mei 2014

Er is veel discussie gaande over nut en noodzaak van franchisewetgeving. Voorstanders als de Nederlandse Franchise Verenging (NFV) bepleiten dat wetgeving niet nodig is omdat de branche het zelf moet kunnen regelen en bijvoorbeeld de Europese Erecode inzake Franchising voldoende waarborgen biedt voor evenwichtige franchiseverhoudingen. Daarbij moet niet uit het oog worden verloren dat de NFV een belangenorganisatie is voor franchisegevers en dat de Erecode geen enkele juridische afdwingbaarheid heeft.

De roep om wetgeving komt voort uit vermeende misstanden bij een aantal landelijk bekende ketens waarbij groepen franchisenemers overhoop liggen met hun franchisegever. Deze aandacht is niet het gevolg van “slechts incidenten” zoals sommigen willen doen geloven. Natuurlijk zijn er veel goede franchisegevers en doen zich regelmatig incidentele problemen voor tussen franchisegevers en individuele franchisenemers. Maar er zijn ook structurele problemen die telkens terugkomen, bij meerdere franchiseketens spelen en die regelmatig bij de rechter eindigen. En waar media en de politiek dan interesse in krijgen.

Één van de terugkerende problemen betreft het verstrekken van onjuiste informatie voorafgaand aan het sluiten van de franchiseovereenkomst. Wetgeving op dit punt is noodzakelijk en maatschappelijk gewenst.

In de praktijk komt veel voor (zie ook de stroom aan jurisprudentie over dit onderwerp) dat aspirant franchisenemers een franchiseovereenkomst sluiten op basis van onjuiste informatie. Daardoor ontstaat een te rooskleurig beeld van de resultaten die met de franchisevestiging kunnen worden behaald.
Als de informatie niet juist is en de omzet na de start van de franchise vèr achterblijft bij de prognoses dan ontstaan er grote problemen voor franchisenemer. De inkomsten blijven achter waardoor vaste kosten als maandelijkse huur- en personeelskosten, aflossingen op leningen, rente, etc., niet meer kunnen worden betaald. Als vervolgens de limiet op de zakelijke bankrekening is bereikt, kan er steeds minder worden ingekocht waardoor de omzet nog verder terugloopt. Het gevolg is grote financiële problemen voor franchisenemer en een afhankelijkheidspositie ten opzichte van zijn franchisegever. Franchisenemer wordt nog slechts beleverd zo lang franchisegever nog bereid is om de schuldpositie van franchisenemer verder op te laten lopen. Maar die bereidheid kan elk moment vervallen. Deze situatie betekent voor franchisenemer een voortdurende dreiging dat de schuld ineens wordt opgeëist, de belevering wordt gestaakt, liquidatie van de franchisevestiging en niet zelden schuldsanering of faillissement.

Omdat franchisenemers, vaak met hun echtgenoot of partner, bij aanvang worden verplicht om privé (mee) te tekenen, eigen vermogen (spaargeld) moet worden ingelegd en een extra hypotheek op de woning of andere zekerheid moet worden gegeven, zijn de gevolgen van een dergelijke situatie dramatisch. Franchisenemers en hun gezinnen raken financieel geruïneerd met alle bijkomende problemen en spanningen van dien. Voor franchisegevers is een dergelijke situatie vaak “vervelend” maar per saldo meestal niet meer dan een “individueel financiëel probleem” dat binnen het grotere geheel kan worden opgevangen.
Bij onjuiste prognoses kan franchisenemer achteraf procederen om schadevergoeding. Meestal echter heeft hij daar geen geld meer voor. Indien wèl wordt geprocedeerd, is het vervolgens nog maar de vraag of dit het gewenste resultaat oplevert; dergelijke (prognose)procedures duren al snel één tot anderhalf jaar tot een eerste eindvonnis, zijn ingewikkeld, de uitkomst is onzeker en de bewijsopdracht van de onjuiste informatie en de schade ligt bij franchisenemer.
Tegenstanders van wetgeving stellen dat aspirant franchisenemers een eigen onderzoeksplicht hebben ten aanzien van de juistheid van verkregen informatie. Feit is echter dat aspirant franchisenemers niet zelden genegen zijn mooie prognoses van grote franchiseketens (= bewezen succes) voor “waar” aan te nemen. Zij gaan af op de kennis en ervaring met de formule die een franchisegever wél heeft en een aspirant franchisenemer niet. In een sfeer waarbij alle betrokkenen staan te popelen om te beginnen wordt informatie niet altijd voldoende kritisch beoordeeld, worden langjarige contracten getekend en vergaande financiële verplichtingen aangegaan. Als ook de bank nog eens financiert (meestal op basis van een arrangement met de betreffende franchisegever), voelt een aspirant franchisenemer helemaal weinig twijfel.

Gezien de vaak dramatische gevolgen voor de betreffende franchisenemers en hun gezinnen levert de onjuiste informatieverstrekking maatschappelijk onaanvaardbare situaties op. De totale schade beloopt al snel één of zelfs vele tonnen euro’s. Schade die franchisenemer vaak de rest van zijn leven financieel ruïneert en tot grote emotionele spanningen binnen gezinnen leidt. Door juiste informatie vooraf kan dit worden voorkomen. Vandaar dat wetgeving noodzakelijk en maatschappelijk dringend gewenst is.

Die wetgeving kan betrekkelijk eenvoudig zijn. Daarin moet tenminste worden bepaald dat voorafgaand aan het sluiten van een franchiseovereenkomst een vestigingsplaatsonderzoek moet worden verstrekt waaruit de haalbaarheid van de vestiging blijkt. Een dergelijk vestigingsplaatsonderzoek kost in de regel rond de 3.000 euro ex BTW. Met een dergelijke investering kan veel grotere financiële schade en veel menselijk leed worden voorkomen.
Indien een bestaande vestiging wordt overgenomen zou wettelijk moeten worden bepaald dat tenminste de gerealiseerde omzetten van de drie voorafgaande jaren alsmede de meest recente jaarstukken van de vestiging te beschikking worden gesteld zodat de werkelijke resultaten beschikbaar zijn voor de aspirant franchisenemer.

Tenslotte zou wettelijk bepaald moeten worden dat een minimale termijn tussen het sluiten van de franchiseovereenkomst en het ter beschikking stellen van de verplichte informatie geldt. Zodat een aspirant franchisenemer voldoende tijd heeft om de informatie tot zich te nemen en weloverwogen kan besluiten om wel of niet in te stappen.

Met wetgeving over informatieverstrekking kan vooraf veel financiële schade en menselijk leed worden voorkomen. Met juiste informatie vooraf kan worden voorkomen dat onrendabele franchisevestigingen worden geopend. Dat is in het belang van franchisegevers, franchisenemers, de branche en de maatschappij!

Geschreven door:

Kees Kan

Kees Kan is advocaat sinds 1995. Zijn grote interesse en passie gaat uit naar franchising en alles wat daarmee samenhangt. Kees heeft de afgelopen 20 jaar franchisegevers, franchisenemers en collectieven/ verenigingen van franchisenemers bijgestaan. Zijn praktijk bestaat vrijwel uitsluitend uit franchise gerelateerde advisering. Hij publiceert regelmatig over franchise en verzorgt franchiseworkshops en –seminars. Kees is initiatiefnemer en oprichter van de website www.franchisehulp.nl.

Gepubliceerd op: 20 mei 2014