Direct
advies nodig?

Bel de franchisehulplijn 023 - 541 19 27

Of mail

Einde franchiseovereenkomst

Een franchiseovereenkomst eindigt normaliter op de overeengekomen einddatum. Dat is meestal na de eerste vijf jaar en vervolgens, bij verlenging, steeds na perioden van opnieuw vijf jaar. >> Zie: Duur en verlenging franchiseovereenkomst.

Tussentijdse beëindiging is, behoudens enkele uitzonderingen, meestal niet mogelijk. Opzegging tegen het einde van de franchiseovereenkomst dient meestal te geschieden met inachtneming van een opzegtermijn van (tenminste) zes maanden tot één jaar. Van belang is dat franchisenemer de opzegbepalingen goed in de gaten houdt en deze tijdig en volledig naleeft om te voorkomen dat de franchiseovereenkomst ongewenst doorloopt of juist eindigt. Noteer belangrijke opzegdata in de agenda!

Wordt een franchiseovereenkomst opgezegd zonder inachtneming van een afgesproken opzegtermijn of wordt een te korte opzegtermijn gehanteerd dan heeft dat meestal tot gevolg dat de opzegging effect mist en de franchiseovereenkomst gewoon doorloopt.

Gevolgen einde

Bij het einde van de franchiseovereenkomst eindigen de meeste verplichtingen over en weer. De franchiseformule hoeft niet langer ter beschikking te worden gesteld aan franchisenemer en franchisenemer hoeft geen franchisefee meer te voldoen. Merk, handelsnaam en logo mogen niet langer worden gebruikt. Goederen die eigendom zijn van franchisegever moeten worden teruggegeven al dan niet tegen een vergoeding. Soms geldt een terugkoopverplichting voor franchisegever ten behoeve van de bank. Behalve de franchiseovereenkomst eindigen meestal ook de gerelateerde overeenkomsten (lease, service, inkoop, etc.). De eindafrekening dient bij voorkeur zo spoedig mogelijk plaats te vinden waarbij betalingen over en weer in principe kunnen worden verrekend. Eventuele lidmaatschappen bij de franchiseorganisatie komen meestal automatisch te vervallen.

Uitzonderingsgevallen

In uitzonderingsgevallen kan soms tussentijds worden beëindigd, bijvoorbeeld in geval van faillissement, verlies van zeggenschap in de onderneming, bij beëindiging van de feitelijke activiteiten, bij ernstige tekortkoming waarbij tevens sprake is van verzuim, bij het niet behalen van bepaalde exploitatieresultaten, door extreme omstandigheden (zoals bijvoorbeeld het verloren gaan van het vestigingspunt door brand) etc, etc.. Deze uitzonderlijke omstandigheden zijn meestal specifiek benoemd in de franchiseovereenkomst.

Normaal einde/afwikkeling/relatie/-concurrentiebeding/terugkoop

Bij een regulier einde van de franchiseovereenkomst werken sommige afspraken nog door na de einddatum, zoals bijvoorbeeld het geheimhoudingsbeding, het concurrentiebeding en het relatiebeding (>> Zie ook: Concurrentiebeding) en wel voor de periode die is overeengekomen. Bij schending van deze bedingen is veelal een (hoge) boete overeengekomen dus het is zaak hierover duidelijkheid te hebben bij het einde van de samenwerking en zo nodig deze bedingen goed na te leven dan wel aanvullende afspraken te maken (en vast te leggen!).

Verder zijn soms afspraken gemaakt tegen welke prijs bepaalde zaken worden teruggekocht door franchisegever zoals bijvoorbeeld de bouwkundige voorzieningen, de voorraad, de machines etc.. Bijvoorbeeld een terugkoop tegen de oorspronkelijke aankoopprijs minus een bepaald afschrijvingspercentage danwel tegen de boekwaarde. Soms heeft franchisegever, als onderdeel van de financiering bij aanvang van de franchise, meegetekend voor een terugkoopverklaring van bijvoorbeeld de inventaris of voorraad. Deze terugkoop is meestal gericht op voldoening (zoveel mogelijk) van de vordering van de bank op franchisenemer (uit hoofde van een verstrekte financiering) en komt dus in mindering van diens schuld aan de bank. Van belang is om toe te zien dat de terugkoop tegen de juiste (niet te lage) waarde geschiedt.

Meestal hebben franchisegever èn franchisenemer er baat bij dat aan het einde van de franchiseovereenkomst zo spoedig mogelijk duidelijkheid ontstaat over de eindafrekening en over het al dan niet bestaan van vorderingen over en weer. Beide partijen hebben belang bij een correcte eindafrekening. Finale kwijting moet onderdeel zijn van eindafspraken; daarmee ontstaat zekerheid dat later niet alsnog vorderingen worden ingesteld. Franchisenemer moet bij het einde van de franchiseovereenkomst alle gevolgen van de beëindiging zoveel mogelijk in beeld hebben.

Bij twijfel kunt u het beste tijdig (vooraf) deskundig advies inwinnen zodat wordt voorkomen dat u later nog met “losse einden” zit of met onvoorziene schulden of claims wordt geconfronteerd!

Relevante uitspraken

De Rechtbank Arnhem heeft beslist dat franchisenemer kan worden gehouden aan een concurrentiebeding dat ten tijde van het tekenen van de franchiseovereenkomst wel aan mededingingswetgeving voldeed maar bij het eindigen daarvan niet meer. Wijziging concurrentiebeding naar beding dat wel voldoet aan huidige wetgeving. Mede van belang is dat franchisenemer professioneel ondernemer is, langjarige kennis heeft van de branche en bij volle bewustzijn het concurrentiebeding destijds heeft getekend. Verbod uitoefenen concurrerende activiteiten toegewezen met dwangsom.

De Voorzieningenrechter Utrecht heeft beslist dat een ex-franchisenemer moet stoppen met het prominente gebruik van uitingen (kleur van inrichting marktkraam) van zijn ex-franchisegever omdat hij daarmee onrechtmatig profiteert van de wervingskracht van ex-franchisegever en verwarring sticht bij het publiek.